Lijst van bisschoppen en aartsbisschoppen van Utrecht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Sortering van Categorie:Lijsten van Nederlandse bisschoppen aangepast naar "Utrecht bisschoppen en aartsbisschoppen" (HotCat.js)
AGL (overleg | bijdragen)
links
Regel 8:
Vanaf de achtste eeuw kregen de bisschoppen van Utrecht steeds meer wereldlijke macht doordat zij gebieden in leen kregen van de Duitse keizer. In [[1024]] verwierf [[Adelbold II]] de grafelijke rechten over [[Drenthe]], waardoor de bisschoppen [[Vorst (heerser)|vorsten]] werden binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]. Hun wereldlijke gebied, het [[Sticht Utrecht]], viel uiteindelijk grofweg samen met de huidige provincies [[Utrecht (provincie)|Utrecht]], [[Overijssel]] en [[Drenthe]].
 
Van [[1423]] tot [[1448]] deed zich het [[Utrechts Schisma (15e eeuw)|Utrechts Schisma]] voor, waardoor er feitelijk twee bisschoppen tegelijk waren. In [[1528]] werd het bisdom [[Secularisatie|geseculariseerd]], toen bisschop [[Hendrik van Beieren (bisschop)|Hendrik van Beieren]] de wereldlijke macht moest afstaan aan [[Karelkeizer V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]]. Dit betekende het einde van het Sticht.
 
Bij de kerkelijke hervorming van [[1559]] werd Utrecht tot [[aartsbisdom]] verheven, met als suffragaanbisdommen [[Bisdom Deventer|Deventer]], [[Bisdom Haarlem-Amsterdam|Haarlem]], [[Bisdom Leeuwarden|Leeuwarden]], [[Bisdom Groningen-Leeuwarden|Groningen]] en [[Bisdom Middelburg|Middelburg]]. Na de dood van aartsbisschop [[Frederik Schenck van Toutenburg]] in [[1580]] en het verbod op uitoefening van het [[Rooms-katholieke Kerk|katholieke geloof]], stelden de Spanjaarden nog wel twee nieuwe aartsbisschoppen aan, maar deze leefden in ballingschap.
 
Vanaf [[1602]] werd het gebied van het aartsbisdom Utrecht bestuurd door een [[apostolisch vicaris]] als hoofd van de [[Hollandse Zending]]; deze werd meestal ook tot aartsbisschop ''[[in partibus infidelium]]'' benoemd. Sinds het [[Oudkatholieke Kerk|Oudkatholiekeoudkatholieke]] [[Utrechts Schisma (18e eeuw)|schisma]] van [[1723]] heeft Utrecht een oudkatholieke aartsbisschop (zie de ''[[Lijst van oudkatholieke aartsbisschoppen van Utrecht]]''). Er werd vanaf dat jaar geen apostolisch vicaris meer benoemd; als ''vicesuperior van de Hollandse zending'' werd de [[nuntius]] in Brussel aangesteld, vanaf [[1829]] de internuntius in [[Den Haag]].
 
In [[1853]] vond het [[herstel van de bisschoppelijke hiërarchie]] in Nederland plaats. Sindsdien is Utrecht zetel van de rooms-katholieke aartsbisschop van het [[Aartsbisdom Utrecht (rooms-katholieke Kerk)|aartsbisdom Utrecht]], tegelijk [[metropoliet]] van de [[Nederlandse kerkprovincie]]. Utrecht is thans dus de zetel van twee aartsbisschoppen.
 
Over de eerste Utrechtse kerkjes die als [[kathedraal]] dienst deden bestaat weinig zekerheid. Vanaf de tiende eeuw tot aan de [[Reformatie|Hervorming]] zetelden de Utrechtse bisschoppen in de [[Dom van Utrecht|Dom]], die gewijd was aan [[Martinus van Tours|Sint-Maarten]]. De residentie van de bisschop was het Bisschopshof, gelegen ten zuiden van de Domtoren op de hoek van de Donkere Gaard en het Wed. Dit stadspaleis werd in 1803 verkocht voor afbraak.
 
De huidige rooms-katholieke aartsbisschop zetelt sinds 1853 in de [[Sint-Catharinakathedraal]]. Zijn ambtswoning is sinds 1898 het pand [[Maliebaan]] 40.
Regel 398:
|[[Hendrik van Beieren (bisschop)|Hendrik II (van Beieren)]]
|1524-[[1529]]
|Elect. Droeg de wereldlijke macht in het Sticht over aan [[Karelkeizer V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] en gaf zijn zetel op. Tevens bisschop van [[Worms (stad)|Worms]] en [[Bisdom Freising|Freising]]
|-
|59