Huis Zuidwijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
In 1518 verkoopt Floris van Kralingen de goederen aan Jan van Wassenaer en wordt het uit de leenhorigheid ontslagen.<ref>Huisarchief [[Twickel]] inventarisnr. 7136 en 7137.</ref>
 
[[Lamoraal I van Ligne I|Lamoraal de Ligne]] verkoopt Zuidwijk vervolgens in 1615 aan Jacob van Duvenvoorde.<ref>Huisarchief [[Twickel]] inventarisnr. 7131.</ref> Tot 1850 bleef het kasteel in handen van Jacobs nazaten, die zich echter [[Van Wassenaer Obdam]] waren gaan noemen. Een illustere eigenaar was de admiraal [[Jacob van Wassenaer Obdam]] (1616-1665) die in de [[slag bij Lowestoft]] sneuvelde. Door het huwelijk van zijn zoon [[Jacob II van Wassenaer Obdam]] (1645-1714) in 1676 met Adriana Sophia van Raesfelt (ovl. 1694), erfdochter van de [[Twente|Twentse]] [[havezate]] Twickel, kwamen de beide kastelen in een hand.
 
Gedurende twee generaties erfde vervolgens de oudste zoon de Hollandse goederen en de jongste de Twentse. Doordat de oudste zonen echter zonder nazaten overleden, kwamen alle goederen steeds bij hun jongere broers, respectievelijk [[Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam]] (1692-1766) en [[Carel George van Wassenaer Obdam]] (1733-1800) terecht. Nadat de laatste Van Wassenaer Obdam, Marie Cornélie (1799-1850), was overleden vererfden haar goederen op haar man [[Jacob Dirk Carel van Heeckeren van Wassenaer|Jacob Dirk Carel van Heeckeren van Kell]] (1809-1875), zich na zijn huwelijk noemende Van Heeckeren van Wassenaer. Hun huwelijk was kinderloos.