Midden-Babylonische Rijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Pompidom (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Aram naar Arameeërs), met behulp van pop-ups
Regel 32:
Het '''Midden-Babylonische Rijk''' of kortweg '''Midden-Babylonië''' is een historiografische term voor een periode van relatief herstel van de onafhankelijkheid van [[Babylonië]] van de 12e tot de 8e eeuw v.Chr. Na de eerste roemrijke anderhalve eeuw onder de [[Tweede dynastie van Isin]], met haar hoogtepunt tijdens het koningschap van [[Nebukadnezar I]], boet Midden-Babylonië weer aan belang in tot het tenslotte door [[Assyrië]]rs wordt veroverd.
 
Midden-Babylonië ontstond nadat de [[Elam]]ieten Babylon waren binnen gevallen en een einde hadden gemaakt aan het bewind van de laatste [[Karduniaš|Kassieten]]-vorst Enlil-nadin-ahhe. Hoe en waarom de Elamieten weer de aftocht bliezen is niet duidelijk, maar na meer dan vierhonderd jaar kwam Babylon weer onder een inheems vorstenhuis, gesticht door een vorst van [[Isin]]. De tijd van Babylon IV was een moeilijke tijd voor Babylon, hoewel er zeker van een heropleving gesproken mag worden, waarbij Babylon zich zelfs weer in Assyrische zaken begon te mengen. Dit geldt vooral voor Nabû-kuduri-usur I ([[Nebukadnezar I]], 1124-1103), die een periode van zwakte in Elam uitbuitte om de buren een lesje te lezen. Na zijn tijd kwamen zowel Assyrië als Babylon meer in het nauw. Er was een volksverhuizing op gang gekomen. Assyrië wist zich redelijk tegen de [[Arameeërs|Aram]]eeërs en de [[Sutû]] te verdedigen, maar onder Adad-appal-iddina moest Babylon toezien hoe de tempel van de zonnegod [[Šamaš]] in [[Sippar]] geplunderd werd. In 1024 werd de dynastie aan de kant gezet door een Arameeër.
[[Bestand:Near East in 1000bc (en).jpg|links|200px|thumb|Het Nabije Oosten rond het jaar 1000 v.Chr.: Babylonië is onafhankelijk, maar geen grootmacht meer.]]
Nadien is er eigenlijk al niet meer te spreken van een Midden-Babylonisch "rijk"; het wist nog net haar zelfstandigheid te bewaren ten opzichte van de omringende staten, en zelfs dat werd nog kort onderbroken in de 10e eeuw toen er een Elamitische koning op de Babylonische troon zat. De Chaldeeën drongen op vanuit het zuiden en de Arameeën uit het westen. Vanaf de 9e eeuw kwam Babylon steeds meer in de invloedssfeer van het zich uitbreidende Nieuw-Assyrische Rijk, dat onder de heerschappij van [[Tiglat-Pileser III]] Midden-Babylonië tenslotte inlijfde in 729 v.Chr.