Hoessein-McMahoncorrespondentie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
enige toevoegingen
Regel 1:
De '''Hoessein-McMahon-correspondentie''' was een briefwisseling van juli [[1915]] tot februari [[1916]] tussen [[Hoessein ibn Ali]], de [[Sjarif van Mekka]], en Sir [[Henry McMahon]], de [[VK|Britse]] Hoge Commissaris in [[Egypte]]. In de briefwisseling beloofdezegde het Verenigd Koninkrijk
onafhankelijkheid toe aan de Arabieren in grote delen van het [[Midden-Oosten]].
 
==Aanloop==
Al voordat het [[Ottomaanse Rijk]] in [[1914]] aan de kant van [[Duitsland]] mee ging doen aan de [[Eerste Wereldoorlog]], hadden de Britten Hoessein benaderd. Zij wilden zijn steun als tegenwicht tegen de verklaarde ''[[jihad]]'' van de Ottomaanse [[sultan]]. De Britten hadden weinig interesse in het Midden-Oosten, maar wilden zo snel mogelijk Turkije verslaan om door te kunnen stoten naar [[Centraal-Europa]].
 
==Correspondentie==
Hoessein ibn Ali verklaarde in opstand te komen, hierin zeer actief gesteund door verbindingsofficier [[T.E. Lawrence]], die beter bekend is als ''Lawrence of Arabia''. Het doel van Hoessein was om een onafhankelijke Arabische staat te vestigen, waarover hijzelf wilde regeren. De sjarif wilde zijn gebied vestigen in alle Arabische provincies ([[sandjak]]s) van het Ottomaanse Rijk, van [[Mersin]] in het noorden tot aan de Perzische grens in het oosten, van de Middellandse Zee tot aan het zuiden van het [[Arabisch Schiereiland]].
 
In McMahons tweede brief van [[24 oktober]] [[1915]] beloofde hij steun aan de Arabische onafhankelijkheid, met enkele beperkingen:
Regel 20:
 
Na de toezegging veroverde Hoessein in juni 1916 de heilige stad [[Mekka]] op de Turken, de eerste overwinning van de opstandelingen.
 
Niet duidelijk is overigens wie van de Arabieren de leider over de staat zou moeten worden. De correspondentie vermeldt geen directe toezegging aan Hoessein dat hij koning van de Arabieren mocht worden.
 
==Andere toezeggingen door de Britse overheid==
Regel 25 ⟶ 27:
 
In [[1917]] werd de [[Balfour-declaratie]] gepubliceerd, waarin de Britse overheid de toezegging deed voor een 'Joods Nationaal Thuis' in Palestina. De precieze vorm van dit 'thuis' was niet nader bepaald, maar voor de [[zionisme|zionisten]] was duidelijk dat zij een staat wilden, al spraken zij om tactische redenen liever van 'thuis'.
 
Daarnaast deden de Britten ook diverse toezeggingen aan de [[Huis van Saoed|Saoedi's]].
 
==Na afloop van de oorlog==
De verschillende verklaringen waren tegenstrijdig aan elkaar. Het was duidelijk dat het Verenigd Koninkrijk haar enige bondgenoot Frankrijk niet zou laten vallen voor de Sjarif, die toch al grotendeels afhankelijk was van hen.
 
De leiders van de Arabische Opstand en zonen van Hoessein, [[Faisal I]] en [[Abdoellah I van Jordanië|Abdoellah]], verklaarden zich onafhankelijk in Syrië/Libanon respectievelijk Irak.
 
Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk haastten zich hierop de Hoge Raad van de [[Volkenbond]] bijeen te roepen. De Volkenbond bepaalde in [[1920]] dat Syrië en Libanon [[mandaatgebied]]en zouden worden van Frankrijk. Het Verenigd Koninkrijk kreeg het mandaat over Palestina, met een verwijzing naar het Joods Nationaal Thuis, en over Transjordanië en Irak.