Karl Johann Philipp von Cobenzl: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
cat
Sonuwe (overleg | bijdragen)
aanvulling; minus dubbele zin
Regel 14:
Von Cobenzl, die in de persoon van [[Wenzel Anton von Kaunitz]], [[Kanselier (historisch)|kanselier]] van het [[Heilige Roomse Rijk]], een hoge beschermheer had, slaagde erin om de functie van landvoogd aan banden te leggen. Hij kwam regelmatig in botsing met Karel van Lotharingen die zich niet goedschiks neerlegde bij zijn decoratieve functie waarbij hij zich enkel mocht bezigen met [[kunst]] en [[cultuur]]. Von Cobenzl bleef echter de steun genieten van [[Wenen]]. In 1757 werd de Hoge Raad van de Nederlanden te Wenen afgeschaft en vervangen door de diensten van kanselier Von Kaunitz zodat Von Cobenzl nog meer vrij spel kreeg om grootschalige hervormingen door te voeren.
 
HijVon bleef gevolmachtigd minister tot aan zijn dood in 1770 enCobenzl slaagde erin om zijn stempel te drukken op zowel het politieke, het economische als het geestelijke leven in de [[Zuidelijke Nederlanden]] van die periode. Von Cobenzl was een aanhanger van het [[despotisme]] en de [[Verlichting (stroming)|Verlichting]] en voerde met de steun van Von Kaunitz een [[centralisatie]]politiek waarbij hij trachtte de [[privilege (recht)|privileges]] van de regionale en lokale besturen te beperken. Dit lukte hem slechts in geringe mate.
 
Succesvoller was Von Cobenzl op het [[financiën|financiële]] en het [[economie|economische]] vlak. Samen met [[Patrice-François de Nény]], eveneens een vurig aanhanger van de Verlichting, zette hij een financieel beleid op punt. In 1760 werden voor het eerst de inkomsten en de uitgaven in kaart gebracht. Dit was nodig omdat de uitgaven omwille van de [[Zevenjarige Oorlog (18e eeuw)|Zevenjarige Oorlog]] (1756-1763) begonnen te stijgen. Von Cobenzl slaagde erin om de inkomsten te verhogen door nieuwe [[belasting (fiscaal)|belastingen]] te heffen, de [[douanerechten]] te verhogen, [[lening]]en buit te schrijven en keizerlijke [[loterij]]en te organiseren. Op economisch vlak zette Von Cobenzl de [[mercantilisme|mercantilistische]] politiek van zijn voorganger Botta-Adorno verder. Hij bevorderde de [[industrie]] door exclusieve [[octrooi]]en te geven aan bestaande industrieën zoals de fabricatie van [[porselein]] en [[kant (textiel)|kantwerk]] maar ook door de oprichting van nieuwe industrieën zoals de [[glasblazen|glasblazerijen]], [[katoen]]drukkerijen en de [[chemische industrie]]. Hij gaf verder fiscale voordelen om de ontginning van nieuwe [[landbouw]]gronden aan te moedigen en begin met de ontwikkeling van de [[haven van Oostende]].
Regel 25:
 
{{bron|bronvermelding=
* Piet LENDERS, ''Karl Johann Philipp van Cobenzl'', in het: [[Nationaal Biografisch Woordenboek]], deel 2, kol. 123-132, Brussel, 1966
* {{fr}}[[Alphonse Wauters|Alphonse WAUTERS]], ''Charles-Philippe-Jean, comte de Cobenzl'', in: [[Biographie Nationale]], deel 4, kol. 203-215, Brussel, 1873
}}