Europees Stabiliteitsmechanisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Bijdragen: getallen rechts uitlijnen
Regel 9:
Vanaf 2013 moet een permanent stabiliteitsmechanisme in werking treden, over de oprichting waarvan de Europese Raad op een topontmoeting in [[Brussel (stad)|Brussel]] op 21 maart 2011 besloot.<ref name="SZ110321"> [[Süddeutsche Zeitung]], 21 Maart 2011: [http://www.sueddeutsche.de/geld/euro-rettungsschirm-milliarden-euro-aus-deutschland-1.1075343 Duitsland moet € 22 miljard betalen]</ref> Eind juni stemden de [[Raad Economische en Financiële Zaken|ministers van Financiën]] in met een verdrag<ref>[[EurActiv]], 20 Juni 2011: ESM Verdrag: EU-akkoord met ontwerpverdrag voor een verdrag tot een oprichting van het Europees Stabiliteitsmechanisme].</ref>
 
Het duurzame stabiliteitsmechanisme moet ten opzichte van het voorlopige ESM worden uitgebreid, opdat het ESM in eerste instantie zo’n 700 miljard omvat (artikel 8, paragraaf 1 van het verdrag). Ook hier wordt het respectievelijke aandeel bepaald door de de hoeveelheid kapitaal die de individuele landelanden in de [[Europese Centrale Bank]] aanhouden, waarbij echter een uitzondering geldt voor lidstaten waarvan het BNP lager is dan 75% van het EU-gemiddelde. Zij nemen tegen een geringer aandeel deel.<ref name="FTD110321"/> Voor Duitsland is een participatie in de ESM van ongeveer 27,1464% voorzien <ref name="FTD110321"/>
 
In vergelijking met de voorlopige ESM werd een ietwat gewijzigd model gekozen. De EFSF zal door het nieuwe ESM-fonds worden afgelost. Hierin betalen de lidstaten onmiddellijk een bijdrage. In tegenstelling tot de EFSF heeft het ESM-fonds daarmee een eigen basis[[kapitaal]]. Dit kapitaal kan door de [[Raad van Bestuur]] van het ESM overeenkomstig artikel 10.1 van het ESM op elk gewenst moment worden verhoogd. In dat geval is de [[financieringsverplichting]] van de deelnemende landen in overeenstemming met artikel 8.4 "onvoorwaardelijk en onherroepelijk" en moet er binnen de gestelde termijn worden bijgestort. Aangezien in de afzonderlijke lidstaten de respectieve parlementen soms nog hun goedkeuring moeten geven, bepaalt artikel 9 dat de Raad van Bestuur voor de betaling "redelijke termijnen” kan stellen. De onder de voorlopige ESM verstrekte kredieten uit de EU-begroting worden hiertegen weggestreept. Daarnaast moeten de lidstaten op hun beurt, net als bij de EFSF, wederom kredietgaranties voor ESM-obligaties ter beschikking stellen. In het geheel genomen zal de duurzame ESM vanaf het begin uit de onderstaande drie componenten bestaan: