Matriarchaat: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 23:
Het idee van vooruitgang kwam sterk naar voren bij [[Lewis Henry Morgan]] die 1877 ''Ancient Society'' publiceerde. Ook politiek begon het idee van een matriarchale fase een rol te spelen en het werk van Morgan beïnvloedde zowel [[Karl Marx|Marx]] als [[Friedrich Engels|Engels]]. Zij beschouwden het echter juist als een achteruitgang dat de macht in handen kwam van de man. Engels schreef in 1884 in ''[[De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigendom en van de staat]]'':
:''De omverwerping van het moederrecht was de wereldhistorische nederlaag van het vrouwelijke geslacht. De man nam ook in huis het heft in handen, de vrouw werd van haar waardigheid beroofd, geknecht, tot slavin van zijn lusten en louter een werktuig om kinderen voort te brengen. Deze vernederende positie van de vrouw ''[...]'' werd langzamerhand huichelachtig vergoelijkt of hier en daar in een mildere vorm gekleed, maar afgeschaft werd zij geenszins.''
Volgens Engels vond de verschuiving van de matrilineaire en matrilocale familie naar het patriarchaat plaats met het groeien van het particuliere eigendom. Hiervan was maar zeer beperkt sprake bij de nomadische jager-verzamelaars, maar met de [[Neolithische revolutie|overgang naar landbouw]] groeiden de mogelijkheden tot privé-eigendom. De man zou dit niet over hebben willen laten gaan naar de kinderen van zijn zuster, maar naar zijn eigen nageslacht. Hiermee zou een einde zijn gekomen aan het [[oercommunisme]] met zijn egalitaire kenmerken.
Dat het matriarchaat een hogere vorm van beschaving was, sloeg eveneens aan bij [[Feminisme|feministische]] theoretici, zoals [[Matilda Joslyn Gage]] waarvan in 1893 ''Woman, Church, and State'' verscheen. ''Die Frau und der Sozialismus'' uit 1879 van de socialist [[August Bebel]] werd in 1904 vertaald als ''Women Under Socialism'' en werd verplicht leeswerk voor de ''Women’s National Committee'' van de ''[[Socialist Party of America]]''.
[[Edward Burnett Tylor|Tylor]] was een van de eerste die de term matriarchaat gebruikte, zich daarbij baserend op het werk van [[Arnold Willem Pieter Verkerk Pistorius|Verkerk Pistorius]].<ref>Bachofen sprak niet over matriarchaat, maar over [[gynocratie]]. Een vroeg gebruik van de term is te vinden in ''Het Matriarchaat bij de oude Arabieren'' uit 1884 van [[George Alexander Wilken]].</ref>
Het idee van een universeel geldende [[Sociale verandering|sociale ontwikkeling]] kwam echter steeds meer onder vuur te liggen waarbij [[Franz Boas]] een belangrijke rol speelde. De theorie werd gezien als [[Etnocentrisme|etnocentrisch]] en men verwierp de door het [[vooruitgangsgeloof]] ingegeven idee dat de moderne samenleving beter zou zijn dan oudere vormen. Elke samenleving was ''[[sui generis]]'' en moest worden beoordeeld op de eigen karakteristieken.
Regel 35 ⟶ 37:
<!--
In het begin van de jaren twintig stelde [[William Halse Rivers Rivers|Rivers]] dat de begrippen matriarchaat en patriarchaat beiden in onbruik zouden raken, omdat zowel de visie van Bachofen als Maine niet de werkelijkheid beschreef. In plaats van een proces van evolutie zou er sprake zijn van een ontwikkeling door vermenging en interactie.
-->
|