Waterkwaliteit: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ptbotgourou (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Chemische waterkwaliteit==
Ten eerste de chemische waterkwaliteit. Hierbij is de vraag aan de orde welke stoffen zich in het water bevinden, bijvoorbeeld hoe zout het water is, het kalkgehalte, zuurstofgehalte en dergelijke. Maar ook [emissie (milieu)|emissies]] uit de industrie en landbouw en [[afspoeling]] van wegen (pekel, zware metalen) en van gebouwen (zink, koper, zware metalen) bepalen mede de chemische waterkwaliteit. In het Nederlandse [[milieubeleid]] is er voor vele tientallen stoffen een maximaal toelaatbare norm en een streefwaarde voor de stof vastgesteld. Sinds 23 oktober 2000 zijn deze normen vervangen door Europese, krachtens de [[Watervervuiling#Europese_Regelgeving|Europese Kaderrichtlijn Water]]. Deze richtlijn spreekt zich overigens ook uit over [[waterbeheer ]] en [[ecologie]].
 
==Ecologische waterkwaliteit==
De tweede invalshoek is de ecologische waterkwaliteit. Verschillende planten en dieren gedijen bij verschillende waterkwaliteiten. De waterkwaliteit bepaalt daarmee voor een belangrijk deel hoe een biotoop eruit ziet. Dit geldt voor land- en voor waterleven. Van nature is het belangrijkste onderscheid in ecologische waterkwaliteit het zoutgehalte: een zoetwaterplant zul jezal niet in een zout of [[brakwater|brak]] milieu aantreffenworden aangetroffen. Maar ook subtielere verschillen in zoetwater zijn bepalend voor biotopen.
Kalkgehalte, zuurstofgehalte en [[helderheid van het water]] zijn de belangrijkste natuurlijke factoren. Hoe dit doorwerkt ook in de landnatuur wordtdoorwerktwordt geïllustreerd door de verspreiding van [[maretak]] over Nederland. Deze halfparasiet groeit op vele boomsoorten die overal in Nederland voorkomen. Maar maretak wordt in Nederland bijna alleen gevonden in Zuid-Limburg. De beste verklaring voor dit verschijnsel is dat het water daar veel kalkrijker is dan in de rest van Nederland. (bron: NRC Handelsblad 18 dec. 2004, rubriek Alledaagse Wetenschap, Karel Knip).
 
Het behoud en herstel van kalkrijke milieus heeft veel aandacht in het Nederlandse natuur- en landschapsbeheer. Kalkrijk water is meestal afkomstig uit [[kwel]], grondwater dat opwelt uit soms grote diepten dat oppervlaktewater voedt of in de wortelzone van planten terechtkomt. Door sterk ontwatering van gebieden met kwel wordt dit water afgevoerd via de sloten. De planten worden vervolgens alleen nog door regenwater gevoed. Dit regenwater is vaak veel zuurder van samenstelling. Hierdoor komt een proces van verdringing op gang. Kalkminnende planten worden "eruit gedrukt" door algemene soorten die vaak sneller groeien en zich effectiever verspreiden onder de nieuwe omstandigheden. Verruiging is het gevolg. Waar eerst [[dotterbloem]] groeide of [[blauwgrasland]] was staat dan alleen [[brandnetel]], [[braam (plant)|braam]] en [[fluitenkruid]]. Dit proces wordt aangeduid met de term "[[verdroging]]".
Regel 27:
*[http://ec.europa.eu/environment/water/index.html Water policy in the European Union]
*[http://www.milieurapport.be/default.aspx?PageID=86&ChapID=2749&NodeID=2749 MIRA - Milieurapport Vlaanderen: achterinformatie over de waterkwaliteit in Vlaanderen] (Nederlands)
{{wikt}}
 
[[Categorie:Afvalwater]]