Historisme (architectuur): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Zie ook: overbodig
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Het '''historisme''' in de architectuur is een stroming die teruggeblikt op het verleden en decoraties ontleent aan diverse vroegere [[stijlperiode]]n.
[[Bestand:Rijksmuseum Amsterdam ca 1895.jpg|thumb|right|250px|Rijksmuseum rond 1900]]
 
In de [[19e eeuw|19e-eeuwse]] [[beeldende kunst]] bestond er geen dominante, allesomvattende [[stijl (kunst)|stijl]]. Door de bloei van de [[wetenschap]] en de [[kunstgeschiedenis]] ontstond er een stimulans om oude stijlen te doen herleven, wat resulteerde in [[historiserende vormgeving]].
 
Regel 10:
*[[Neoromaans]]
*[[Neoclassicisme]]
*[[Neorenaissance]]
 
Waar men daar echter nog probeerde zoveel mogelijk historisch stijlgetrouw te werken, werd dit in de latere 19e eeuw losgelaten. Dit resulteerde in de
*[[Eclecticisme (architectuur)|Eclectische stijl]].
[[Bestand:Shell kantoor Den Haag.JPG|thumb|Het kantoor van de Bataafse Pertroleum Maatschappij in Den Haag, Gebr. van Nieukerken (1917)]]
 
[[Bestand:Rijksmuseum Amsterdam ca 1895.jpg|thumb|right|250px|Rijksmuseum rond 1900]]
 
In de steden ontstond door deze lukrake stukjes geschiedenis een stijlpluralisme, er waren allerlei gebouwen in verschillende stijlen die door elkaar stonden. Men probeerde echter binnen een gebouw niet af te wijken van een bepaalde stijl. Een voorbeeld is architect [[Pierre Cuypers]] die gebouwen als het [[Station Amsterdam Centraal|Centraal Station]] en [[Rijksmuseum Amsterdam|Rijksmuseum]] in Amsterdam ontwierp.
 
Begin 20e eeuw werd het historisme doorbroken door de [[Jugendstil]] (die overigens ook veel historiserende elementen bevatte) en, in Nederland, het [[Rationalisme (design)|rationalisme]] van [[H.P. Berlage]] (en het [[BeursTraditionalisme van Berlage(architectuur)|traditionalisme]]).
 
Aanvankelijk werd er door [[Geschiedenis van de bouwkunst|architectuurhistorici]] veel kritiek geleverd op met name de architectuur uit de tweede helft van de 19e eeuw (de 'lelijke tijd'). Het was onoorspronkelijk en er bestond geen scheppend vermogen. Inmiddels (begin 21e eeuw) wordt het gezien als een reactie op de ingrijpende veranderingen en ontwikkelingen van de 19e eeuw.