Manuel Quezon: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 80:
In 1909 had Quezon zijn zinnen gezet op een benoeming als een van de twee Filipijnse [[Resident Commissioner (Filipijnen)|Resident Commissioners]]. Deze afgevaardigden vertegenwoordigden de Filipijnen in het [[Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten)|Amerikaanse Huis van Afgevaardigden]], en mochten daar toespraken houden en meedebatteren, maar hadden in tegenstelling tot de overige afgevaardigden, geen stemrecht. Quezon beschouwde deze positie als sleutelpositie in het Filipijnse streven naar onafhankelijkheid, omdat alleen het Amerikaanse Congres wetgeving hieromtrent zou kunnen initiëren. De eerste twee Resident Commissioners waren in 1907 benoemd door de Philippine Commission, maar in 1909, toen de termijn van een van hen afliep, nam de Filipijnse Assemblee de positie in dat de benoeming een zaak van de Assemblee zou moeten zijn. Hoewel niet alle afgevaardigden in de Assemblee in eerste instantie voorstander van een keuze voor Quezon waren, werd hij uiteindelijk toch unaniem gekozen.
 
Hij arriveerde op kerstavond 1909 in de Verenigde Staten. In zijn “maidenspeech” in het congres op 10 mei van het jaar daarop, gaf hij aan dat de inwoners van de Filipijnen blij waren met de positieve veranderingen die de nieuwe machthebbers hadden doorgevoerd, maar uiteindelijk toch wel degelijk streefden naar onafhankelijkheid. Quezon merkte al snel dat dit geen gemakkelijke opgave zou worden. Hoewel er wel dergelijkdegelijk Amerikanen tegen het door de regering gevoerde [[imperialisme|imperialistische]] beleid waren, was de algemene publieke opinie tegen onafhankelijkheid. De gedachte was dat de inwoners van de Filipijnen nog lang niet toe waren aan zelfbestuur. Het beïnvloeden van de publieke opinie was in die tijd bovendien niet gemakkelijk, aangezien radio of televisie nog niet bestonden. Ook het uitoefenen van druk op de leden van het Amerikaanse Congres was lastig, als eenling zonder stemrecht in een Huis met meer dan vierhonderd afgevaardigden. Dat de Filipijnse onafhankelijkheid op dat moment nog ver weg was, bleek wel toen afgevaardigde [[William Atkinson Jones]], op voorspraak van Quezon een wetsvoorstel indiende, waarin werd voorgesteld om de Filipijnen binnen acht jaar de onafhankelijkheid te gunnen. Deze eerste versie van de [[Jones Law]] haalde het, zoals verwacht, niet in het door de [[Republikeinse Partij (Verenigde Staten)|Republikeinen]] gedomineerde [[Senaat (Verenigde Staten)|Senaat]].
 
De overwinning van de [[Democratische Partij (Verenigde Staten)|Democraten]] bij de [[Amerikaanse presidentsverkiezingen 1912|Amerikaanse verkiezingen in 1912]] veranderde de situatie. Zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden werden nu gedomineerd door de Democraten en ook de nieuwe president [[Woodrow Wilson]] was Democraat. Hoewel Wilson zich in zijn eerste toespraak positief uitliet over Filipijnse onafhankelijkheid, bleek het aanvankelijke optimisme bij Quezon onterecht. Zowel het Amerikaanse Congres als de nieuwe president nam geen actie om opnieuw een wetsvoorstel in te dienen. Wel werd na lobbywerk door Quezon de Amerikaanse [[Gouverneur-generaal van de Filipijnen (1898-1935)|Gouverneur-generaal van de Filipijnen]], [[William Cameron Forbes]], vervangen door [[Francis Burton Harrison]]. De aanstelling van Harrison was een belangrijke overwinning voor Quezon. In de vier jaar na zijn aanstelling volgde een ware “Filipinisering” van de overheid in de archipel. Honderden Amerikanen werden vervangen door Filipino’s. Ondertussen bleef Quezon doorlobbyen voor meer Filipijnse autonomie en een concrete toezegging voor wat betreft de onafhankelijkheid. Het grootste probleem daarbij was de datum waarop de Filipijnen onafhankelijk zouden worden. Bovendien waren de Verenigde Staten bang dat de kwetsbare, onafhankelijke Filipijnen snel in handen zouden vallen van het imperialistische [[Japan]]. Uiteindelijk werd kort voor het einde van de eerste termijn van Wilson een nieuw wetsvoorstel door Jones ingediend. De Filipijnen zouden met deze wet meer autonomie verkrijgen en bovendien zouden de Filipijnen in de uiteindelijke versie van het wetsvoorstel, na een overgangsperiode van twee tot vier jaar, onafhankelijk worden. Ook dit nieuwe wetsvoorstel haalde het echter niet. Ditmaal sneuvelde de wet in het Huis van Afgevaardigden, omdat diverse Democraten met de Republikeinen meestemden, tegen de wet. Daarop werd het wetsvoorstel aangepast en werd de termijn waarop onafhankelijkheid verkregen zou worden eruit gehaald. Daarmee was de angel uit het voorstel en werd de wet in recordtijd door beide kamers goedgekeurd. Op 29 augustus 1916 volgde de ondertekening van de Jones Law door president Wilson.