F.B. Hotz: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 8:
Hotz wilde als jongen al schrijver worden en schreef vanaf de jaren vijftig verhalen, geïnspireerd door de [[roman (literatuur)|romans]] van [[Jan Koos Feylbrief|J. van Oudshoorn]]. Hij stuurde die pas in 1974 naar een [[uitgeverij]], [[De Arbeiderspers]]. De verantwoordelijke uitgever [[Theo Sontrop]] wilde ze zonder aarzeling publiceren en nog datzelfde jaar debuteerde hij in [[Maatstaf (tijdschrift)|Maatstaf]] met het verhaal ''De tramrace''. Zijn [[debuut]]bundel ''Dood weermiddel'' werd enthousiast ontvangen en ook voor de bundels die volgden bleef de waardering zeer groot. Alleen zijn enige roman ''De vertekening'' had minder succes, mogelijk omdat zijn kracht vooral lag in het korte verhaal. In 1998 werd hem de [[P.C. Hooft-prijs]] toegekend voor zijn totale [[oeuvre]].
 
Dat oeuvre bestaat voornamelijk uit verhalen, die in een zeer sobere stijl zijn geschreven. Vaak zijn ze gesitueerd in een vroegere periode van de twintigste eeuw. Ze worden bevolkt door mannen wie het in hun leven heeft tegengezeten en die een moeizame verhouding tot doorgaans dominante vrouwen hebben. Opvallend is de liefde waarmee voorwerpen, met name ouderwetsehistorische transportmiddelen als de [[stoomtram]] en de [[luchtschip|zeppelin]], worden beschreven.
 
Enkele van zijn verhalen werden vertaald in het [[Frans]].