Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
linkfix
redactie
Regel 1:
De '''Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid''' vond plaats in [[Den Haag]] in 1898.
 
Op de tentoonstelling, die op 9 juli 1898 werd geopend, was een doorlopend programma van voordrachten (zang, dans en toneel) en lezingen. Er werden ook voorwerpen geëxposeerd (tot machines toe, bijvoorbeeld uit textielfabrieken, waar veel vrouwen werkzaam waren) en men verzamelde gegevens betreffende werk verricht door vrouwen. Hieraan werd veel aandacht besteed; de verslagen die hiervan het resultaat waren lagen op de tentoonstelling ter inzage.
Het initiatief voor de Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid werd genomen in de zomer van 1895 door [[C.A. Worp-Roland Holst]], [[C.G. Pekelharing-Doijer]] en [[H. Dull]]. Later schaarden zich ook [[H.H. Scholten-Commelin]] uit Amsterdam en mej. [[Levysohn Norman]] en [[C. Goekoop-de Jong van Beek en Donk]] achter het plan. Zij wilden een tentoonstelling organiseren in het jaar 1898, waarin koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] zou worden ingehuldigd. Zij vonden dit feit van grote betekenis voor de arbeid van de vrouw en verwachtten grote belangstelling in verband met de inhuldiging.
 
Er werden producten getoond die door vrouwen gemaakt zijn en er was aandacht voor de arbeidsomstandigheden waaronder vrouwen moeten werken. De organisatrices wilden de arbeid van vrouwen te bevorderen. Bovendien wilden zij lonen en arbeidsvoorwaarden te verbeteren.
Op 26 juni 1896 werd de Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid opgericht. Het doel van de Vereeniging was volgens de statuten "de uitbreiding van de werkkring van de vrouw in Nederland te bevorderen". Men wilde op de tentoonstelling aan vrouwen de gelegenheid te geven tot het uitoefenen van bedrijven, tot het houden van bijeenkomsten ter bespreking van al hetgeen bevorderlijk kan zijn aan de uitbreiding van de werkkring der vrouw in Nederland en tot het organiseren van muziek- en andere uitvoeringen’.
 
De tentoonstelling werd gehouden in een speciaal daarvoor opgetrokken gebouw aan de Scheveningse weg in Den Haag. Tijdens de anderhalf jaar durende periode van voorbereiding werd het tentoonstellingsgebouw gebouwd. Het bestuur had hiervoor de architect [[Johannes van Nieukerken|J.J. van Nieukerken]] aangetrokken; een vrouwelijke architect bleek niet te vinden.
==De tentoonstelling==
 
De Vereeniging organiseerde een tentoonstelling waarop lezingen, congressen, muziek- en andere uitvoeringen werden georganiseerd. Er werden producten getoond die door vrouwen gemaakt zijn en er was aandacht voor de arbeidsomstandigheden waaronder vrouwen moeten werken. De organisatrices wilden de arbeid van vrouwen te bevorderen. Bovendien wilden zij lonen en arbeidsvoorwaarden te verbeteren. De tentoonstelling werd gehouden in een speciaal daarvoor opgetrokken gebouw aan de Scheveningse weg in Den Haag. Tijdens de anderhalf jaar durende periode van voorbereiding werd het tentoonstellingsgebouw gebouwd. Het bestuur had een architect aangetrokken, de heer [[Johannes van Nieukerken|J.J. van Nieukerken]]. (Een vrouwelijke architect bleek niet te vinden.) Op de tentoonstelling die op 9 juli 1898 werd geopend doorlopend programma van voordrachten (zang, dans en toneel) en lezingen. Er werden ook voorwerpen geexposeerd (tot machines toe, bijvoorbeeld uit textielfabrieken, waar veel vrouwen werkzaam waren) en men verzamelde gegevens betreffende werk verricht door vrouwen. Hieraan werd veel aandacht besteed; de verslagen die hiervan het resultaat waren lagen op de tentoonstelling ter inzage.
De tentoonstelling was een groot succes en trok 90.000 bezoekers. Van de belangrijkste gebeurtenissen op de tentoonstelling werd verslag gedaan in het blad ''Vrouwenarbeid'', waarvan de uitgave werd verzorgd door de rubriekcommissie Letteren en Wetenschap; het blad stond onder redactie van Johanna W.A. Naber.
 
==Geschiedenis==
Het initiatief voor de Tentoonstelling voor Vrouwenarbeid werd genomen in de zomer van 1895 door [[C.A. Worp-Roland Holst]], [[C.G. Pekelharing-Doijer]] en [[H. Dull]]. Later schaarden zich ook [[H.H. Scholten-Commelin]] uit Amsterdam en mej. [[Levysohn Norman]] en [[C. Goekoop-de Jong van Beek en Donk]] achter het plan. Zij wilden een tentoonstelling organiseren in het jaar 1898, waarin koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] zou worden ingehuldigd. Zij vonden dit feit van grote betekenis voor de arbeid van de vrouw en verwachtten grote belangstelling in verband met de inhuldiging.
 
Op 26 juni 1896 werd de Vereeniging Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid opgericht. Het doel van de Vereeniging was volgens de statuten "de uitbreiding van de werkkring van de vrouw in Nederland te bevorderen". Men wilde op de tentoonstelling aan vrouwen de gelegenheid te geven tot het uitoefenen van bedrijven, tot het houden van bijeenkomsten ter bespreking van al hetgeen bevorderlijk kan zijn aan de uitbreiding van de werkkring der vrouw in Nederland en tot het organiseren van muziek- en andere uitvoeringen’uitvoeringen.
Van de belangrijkste gebeurtenissen op de tentoonstelling werd verslag gedaan in het blad ''Vrouwenarbeid'', waarvan de uitgave werd verzorgd door de rubriekcommissie Letteren en Wetenschap; het blad stond onder redactie van Johanna W.A. Naber.
 
De tentoonstelling was een groot succes en trok 90.000 bezoekers. De Vereeniging werd opgeheven op 30 juni 1901. Met de winst uit de tentoonstelling van twintigduizend gulden werd in 1901 het [[Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid]] opgericht. Marie Jungius had daarvoor al een plan ingediend.
 
===Chronologie===
* 26 juni 1896 Oprichting Vereeniging Nationale Tentoonstelling Vrouwenarbeid
* 9 juli – 21 september 1898 Nationale Tentoonstelling Vrouwenarbeid
Regel 24 ⟶ 28:
[[Categorie:Feminisme]]
[[Categorie:Arbeid]]
[[Categorie:Geschiedenis van Nederland in de 19e eeuw]]