Paleis van Lodewijk Napoleon (Utrecht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 48:
Nadat Lodewijk Napoleon in 1806 door zijn broer [[Napoleon Bonaparte]] tot koning van het Koninkrijk Holland was benoemd, vestigde hij zich in eerste instantie op [[Huis ten Bosch]] in [[Den Haag]]. Omdat hem vanwege zijn [[arthritis]] het klimaat aan de kust niet erg beviel, besloot hij al in 1807 naar Utrecht te verhuizen.
 
Op de hoek van de [[Drift (Utrecht)|Drift]] en de [[Wittevrouwenstraat]] kocht hij naastgelegen panden op waarna binnen enkele maanden een paleis werd gebouwd door J.Th. Thibault en [[Johan David Zocher Sr.|J.D. Zocher Sr.]]. De lage winkelpandenpatriciërshuizen aan de WittevrouwenstraatDrift werden geslooptsamengevoegd en verbouwd, aan de patriciërshuizenWittevrouwenstraat aanwerden de Driftlage (waaronderwinkelpanden gesloopt, alleen het Huis Taets van Amerongen) werdenop samengevoegdde hoek van de Wittevrouwenstraat en verbouwdde Rietsteeg (tegenwoordig Keizerstraat) bleef intact.<ref>Het plan was om de huizen aan de Drift uiteindelijk ook te slopen en vervangen, maar hier is het nooit toe gekomen</ref> De Driftzijde werd zo de achterkant van het paleis; hier bevond zich nog slechts een personeelsingang. Het geheel, afgezien van het Huis Taets van Amerongen, werd blauw gepleisterd: het eerste voorbeeld van algehele buitenbepleistering in Nederland. Aan de Rietsteeg, de tegenwoordige Keizerstraat, bevond zich de [[Remonstranten|Remonstrantse]] kerk. Deze werd aangekocht en verbouwd tot hofkapel.
 
In januari 1808 was het complex bewoonbaar.
Regel 58:
Napoleon Bonaparte en zijn echtgenote gebruikten het Utrechtse paleis in 1811 nog enkele dagen tijdens een bezoek.
 
In 1814 legde een grote brand het Huis Taets van Amerongen grotendeels in de as. Het restwant werd tot een kleinere woning verbouwd, de rest van het paleis werden opgedeeld in verschillende burelen.
De gebouwen zijn vervolgens onder meer gebruikt voor de huisvesting van het [[Het Utrechts Archief|rijks- en gemeentearchief]] en de [[Universiteitsbibliotheek Utrecht]] (tot op heden).
 
DeIn 1834 werden de gebouwen publiekelijk verkocht. Ze zijn vervolgens onder meer gebruikt voor de huisvesting van het [[Het Utrechts Archief|rijks- en gemeentearchief]] en de [[Universiteitsbibliotheek Utrecht]] (tot op heden). Op de plaats van het Huis Taets van Amerongen werd in 1909 een nieuwe bibliiotheek gebouwd, en in 1975 werd op de binnenplaats een paviljoen gebouwd dat in 2005 weer gesloopt werd.
 
==Varia==