Weduwschap: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
aanv.
k opm
Regel 10:
In de [[heraldiek]] is het Nederland, Engeland en Frankrijk nog steeds gebruikelijk dat een weduwe een [[Cordelière]] om haar wapenschild hangt.
 
Een [[adel (klasse)|adellijke]] weduwe wordt een "douarière" genoemd. Correct is het om in de adressering van een brief te spreken van (bijvoorbeeld) de "''"Douarière Anton graaf van Aldenburg"''". Wanneer men deze dame "''"Douarière Anton gravin van Aldenburg"''" zou noemen dan wordt de indruk gewekt dat zij de weduwe van een gravin is, een mogelijkheid die in een aantal landen sinds de invoering van het [[homohuwelijk]] sinds kort inderdaad bestaat. Tegen de juiste vorm bij het gebruik van het woord douarière wordt in de literatuur en in het dagelijks taalgebruik, door gebrek aan kennis van de [[etiquette]], vaak gezondigd.
 
Ook in niet-adellijke kringen werd een weduwe vroeger vaak aangeduid met de naam van haar overleden echtgenoot, bijvoorbeeld ''"de weduwe Klaas-Jan de Jong"''. Als de eigenaar van een bedrijf overleed en zijn weduwe de zaak voortzette, werd vaak de afkorting ''Wed.'' aan de firmanaam toegevoegd. Een voorbeeld hiervan was de ''"Fa. Wed. A.W. de Haas"'' te [[Veenendaal]].
 
Een Joodse weduwe scheurt, wanneer zij de traditie van haar volk volgt, de zomen en naden van haar kleding op ten minste één plaats stuk en brengt enige tijd klagend en "met de tenen in de as" door waarbij de familie en kennissen haar bezoeken. In prediker 3 vers 7 heet het daarom "(er is)een tijd om te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd om te spreken"