Heerlijkheid Mariënwaerdt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
•{{coor title dms|51|53|20.95|N|5|13|10.33|E|scale:25000_region:NL}}
sp
Regel 1:
De ''' Norbertijnerabdijnorbertijnerabdij Marienweerd''' werd in het begin van de [[12e eeuw]] aan de noordelijke oever van de [[Linge (rivier)|Linge]] nabij [[Beesd]] gesticht. In een [[oorkonde]] uit [[1129]] maakte de Utrechtse bisschop [[Andries van Cuijk|Andreas]] bekend dat daartoe de nodige grond beschikbaar was gesteld. In de loop van de jaren kwam de [[abdij]] in bezit van veel onroerende goederen. Onder de dichtbij gelegen bezittingen vallen de 45 hoeven in het ontginningsgebied [[Schonauwen]] en het [[patronaatsrecht]] op de kerk in Beesd te noemen. Aan het [[patronaatsrecht]] waren veelal [[tiende|tiendrechten]] verbonden. De goederen werden beheerd door het stichten van [[Uithof (klooster)|uithoven]], grote landbouwcomplexen, die onder leiding stonden van één van de [[reguliere kanunnik|kanunnik]]en van het klooster.
 
Ook de gronden die direct rond de abdij lagen werden geëxploiteerd, maar dan wel door de [[norbertijnen]] zelf en niet door pachters. Daarnaast was een deel van de gronden in het Mariënweerdse Veld verpacht. Omdat een voldoende bedijking van de rivieren lange tijd ontbrak, werd het gebied regelmatig overstroomd en de boerderijen werden dan ook op opgeworpen verhogingen, vergelijkbaar met de Friese terpen, maar hier [[Donk (heuvel)|woerden]] genoemd, gebouwd.