Van Gend en Loos-arrest: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Maiella (overleg | bijdragen)
details
Regel 1:
{{Infobox arrest
| titel = Van Gend en Loos
| partijen = Van Gend en Loos / Nederlandse Administratie der Belastingen
| datum = 5 februari [[1963]]
| zaaknr = 26/62 <ref>[http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:61962J0026:NL:HTML Tekst van het arrest 26/62 (Nederlands)]</ref>
| zaaknr = 26/62
| instantie = [[Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen]]
| adv-gen = K. Roemer <ref>[http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:61962C0026:NL:PDF Conclusie advocaat-generaal]</ref>
| procedure = [[prejudiciële vraag]] uit [[Nederland]]
| procestaal = Nederlands
Regel 11 ⟶ 13:
}}
 
Het '''Van Gend en Loos-arrest''' is een uitspraak van het [[Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen]] van 5 februari 1963 (zaak 26/62), vernoemd naar het vervoerbedrijf [[Van Gend & Loos]].
In hetdit '''Van Gend en Loos'''-arrest (HvJ EG 05-02-1963, 1963 3, 26-62)<ref>[http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:61962J0026:NL:HTML Tekst van het arrest]</ref>, vernoemd naar het vervoerbedrijf [[Van Gend & Loos]], overwoog het [[Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen]] dat verdragsartikelen uit het [[Verdrag van Rome (1957)|Verdrag van Rome]] een zogenaamde rechtstreekse werking kunnen hebben, wanneer de tekst van een verdragsartikel duidelijk en onvoorwaardelijk is, en een [[Lidstaat van de Europese Unie|lidstaat]] dus niet nader hoeft in te grijpen om de bepaling te verduidelijken.
 
Als aan deze voorwaarden is voldaan en de bepaling een [[rechtstreekse werking]] heeft, kan deze door de burgers in een rechtszaak voor de nationale rechter worden ingeroepen en gebruikt. Het hof overwoog verder dat de lidstaten een geheel nieuwe, [[supranationaal|supranationale]] Europese rechtsorde hadden geschapen met het verdrag. Voor de Nederlandse situatie was deze uitspraak niet onverwacht, aangezien in de Nederlandse grondwet al de bepaling opgenomen is dat verdragsbepalingen doorwerken in de nationale rechtsorde, wat ook wel het [[monisme (internationaal recht)|monistisch]] stelsel genoemd wordt. Er zijn echter Europese landen waar dit niet het geval was ([[dualisme (internationaal recht)|dualistisch]] stelsel). Dankzij dit arrest werken de Europese verdragsbepalingen ook in landen met een dualistische stelsel direct door in de nationale rechtsorde.
 
Een voorbeeld is de vrijheid van werknemers, dat vastgelegd is in artikel 39 van het [[EG-verdrag]]. Dit is een duidelijke en onvoorwaardelijke bepaling. Voor de nationale rechter kunnen individuen zich daarom rechtstreeks beroepen op dat artikel. Als nationaal recht eventueel in strijd is met artikel 39 EG, dan moeten de nationale rechters dat strijdige nationale recht buiten toepassing laten.
 
 
{{Refs}}