Gelijkzwevende stemming: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
foutje
De breuk liever andersom. Kleiner dan 2 is beslist niet nodig, er bestaan ook nonen en decimen en nog meer
Regel 1:
De '''gelijkzwevende stemming''' of '''evenredig zwevende temperatuur''' is, voor instrumenten met vaste stemming, en voor de in het Westen gebruikelijkste [[stemming (muziek)|stemming]] in 12 tonen per [[octaaf (muziek)|octaaf]], een specifieke keuze voor de afstanden tussen die tonen. Het octaaf met zijn frequentieverhouding van 2 wordt hierbij in 12 precies even grote afstanden verdeeld, of anders gezegd: de verhouding van de frequenties van twee opeenvolgende halve tonen is steeds precies dezelfde (en is dus gelijk aan <math> \sqrt[12]{2}</math>, de twaalfdemachtswortel van twee). Behalve voor een octaaf zijn de [[interval (muziek)|interval]]len dan echter nooit gelijk aan de rein klinkende verhoudingen. Deze laatste zijn verhoudingen van kleine natuurlijke getallen, die ontstaan uit andere kleine priemgetallen dan 2 (zoals 3/2/3 voor een kwint en 4/5/4 voor een grote terts). Niet rein betekent vals. Dat is dan voor gelijknamige intervallen wel altijd even [[vals (muziek)|vals]], vandaar de naam ''evenredig zwevende'' stemming. Gelukkig is die afwijking voor de kwint - het belangrijkste interval na het octaaf - erg beperkt, althans toch in een systeem met 12 tonen. Voordeel van deze stemming is, dat ze even (weinig) vals blijft klinken als er op een andere [[toonsoort]] wordt overgegaan. Kort samengevat is het een compromisoplossing om in alle twaalf [[toonsoort]]en even (weinig) vals te klinken.
 
==Geschiedenis==
De eerste van wie bekend is dat hij zich met berekeningen betreffende de gelijkzwevende stemming bezighield en daarover in [[1584]] schreef, was [[Chu Tsai-Yu]] (朱載堉) ten tijde van de [[Mingdynastie]]. [[Vincenzo Galilei]] (de vader van [[Galileo Galilei]]) bepleitte in [[1581]] al een dergelijke stemming. Ook [[Simon Stevin]] hield zich bezig met berekeningen aan intervallen van onder meer de gelijkzwevende stemming, maar het duurde tot het begin van de 20e eeuw voor piano's gebouwd werden met deze stemming.