Orde van Calatrava: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k r2.7.1) (robot Erbij: eo:Ordeno de Kalatrava |
taal |
||
Regel 15:
|
[[Bestand:Calatravacasti.jpg|thumb|left|250px|Castillo de Calatrava la Nueva]]
''Calatrava is de [[
''Eenmaal voorzien van wapens stonden deze broeders, vervuld van een oorlogszuchtig enthousiasme, te trappelen om het offensief tegen de Moren op te nemen. Met dit als doel kozen ze, na het overlijden van Abt Ramon in [[1163]], een zekere Don García om hen als eerste grootmeester in de strijd te leiden. Tegelijkertijd vertrokken de monniken van het koor, niet zonder protest, naar het klooster te Cirvelos om daar te leven onder een abt die zij gekozen hadden. Alleen Velasquez bleef, met een aantal andere geestelijken, als [[aalmoezenier]] voor de ridders achter. Velasquez werd daarbij kapelaan voor de gehele gemeenschap. Het hele, revolutionaire gebeuren kreeg de goedkeuring van de leiding van de orde te [[Cîteaux]] en van paus Alexander III (in [[1164]]). Een ordebijeenkomst te Cîteaux in [[1187]] gaf aan de Ridders van Calatrava hun uiteindelijke regel mee, die datzelfde jaar bevestigd werd door [[paus Gregorius VIII]]. Deze regel, afgeleid van de cisterciënzer gewoonten voor
|}
==Rol in het terugdrijven van de Moren (1178 - 1275)==
De eerste militaire verdiensten van de Orde waren briljant en werden door de koning van Castilië beloond met nieuwe landerijen die hun eerste commanderijen werden. Ook waren ze het naburige koninkrijk Aragón ingeroepen en voor die inzet in [[1179]] beloond met Alcañiz, een landgoed in Aragón. Maar de eerste successen werden gevolgd door een serie mislukkingen, mede veroorzaakt door de partitie die Alfonso in zijn bezittingen aangebracht had en de daaropvolgende rivaliteit tussen het
De verspreide resten van Calatrava hadden ondertussen onderdak gevonden in het cisterciënzer klooster te Cirvelos en daar begonnen ze hun verliezen te herstellen middels een grote toeloop van nieuwe ridders. Al snel vonden ze zichzelf sterk genoeg om in Salvatierra een nieuw bolwerk tegen de moslims op te zetten ([[1198]]); gedurende de volgende veertien jaar noemden ze zich de Ridders van Salvatierra. Maar ondanks een verdediging tegen alles in onderging Salvatierra in [[1209]] hetzelfde lot als Calatrava tijdens de volgende invasie van de Almohaden. Na de val van dit
==Politiek en rijkdom (1275 - 1470)==
Calatrava was, met zijn overvloedige voorraad mannen en rijkdom, een macht van belang geworden op het
Met de kroning van [[Peter I van Castilië|Peter de Wrede]] ontstond een conflict tussen de Kroon en de Orde. Peter liet drie achtereenvolgende grootmeesters ter dood brengen omdat hij ze van ontrouw verdacht. In [[1335]] liet hij de eerste onthoofden op verdenking van het samenspannen met de koning van Aragón. De tweede, Estevañez, was tot grootmeester gekozen met meer stemmen dan de kandidaat van de koning, García de Padilla; hij werd door Peter zelf vermoord in het koninklijk paleis. En tenslotte viel ook García de Padilla, broer van de koninklijke maîtresse, zelf in ongenade nadat hij het gevolg van de koning verlaten had en zich aangesloten had bij het gevolg van zijn halfbroer [[Hendrik II van Castilië]] — hij stierf in [[1369]] in de gevangenis. Te midden van alle troebelen werd de Heilige Oorlog tegen de Muzelmannen, de reden voor het bestaan van de orde, niet meer dan een historische voetnoot. Hoe langer hoe meer werd de Orde een speelbal van politieke conflicten en haar wapens, gezegend om het Geloof te verdedigen, werden ingezet tegen Christenen. En nog erger verging het de ridders zelf, die onderling verdeeld raakten vervielen tot splintergroepen die elkaar bestreden.
Tegelijkertijd begon de Kroon meer een meer invloed uit te oefenen op de verkiezing van de grootmeester, wiens macht bedoeld was als een tegenwicht aan de macht van de koning. In [[1404]] bijvoorbeeld werd Hendrik van Villena gekozen tot
Giron ondersteunde eerst Hendrik IV in een oorlog tegen zijn vader Johan II, keerde zich toen tegen Hendrik en gaf zijn steun aan Alfons, een pretendent naar de troon. Girons steun was zo belangrijk dat, om zijn steun te kopen, Hendrik IV hem de hand van zijn zuster – [[Isabella I van Castilië]] – bood. Giron had zijn gelofte van celibaat al ongedaan laten maken door de paus en was op weg naar het hof toen hij in [[1466]] overleed en zo de toekomstige koningin een ongewenst huwelijk bespaarde. Diezelfde paus [[Pius II]] stemde erin toe om Pedro Giron zijn grootmeesterschap af te laten staan aan zijn bastaardzoon Rodrigo Telles Giron, die op dat moment acht jaar oud was. Het grootmeesterschap kwam zo in handen van regenten — een ongehoord iets. De abt van Morimond moest een tijdelijk bestuur opzetten, tot Telles meerderjarig werd. Dat bestuur werd toevertrouwd aan vier Ridders die aangewezen werden door de Orde en uit deze tijd stammen ook de laatste statuten van de Orde: de "Regels gegeven door abt Willem III" (uit [[1467]]). Deze statuten erkenden zeven notabelen binnen de Orde: de grootmeester, de clavero (bewaarder van het kasteel en luitenant van de grootmeester), twee groot-comendadores (een voor Castilië, een voor Aragón), de groot-kapelaan die de abt van Morimond in geestelijke zaken vertegenwoordigde, de sacrista (beschermer van de [[relikwie|relikwieën]] en de obrero (opzichter der gebouwen).
==Het einde (1470 - 1492)==
De Orde, nu op het hoogtepunt van zijn rijkdom, bestuurde nu 56 commanderijen zestien [[priorij]]en gelegen tussen de kerkprovincie van [[Jaén (Spanje)|Jaén]] en het vicariaat van [[Ciudad Real (stad)|Ciudad Real]]. Ze waren wereldlijk heer over 64 [[dorpen]] met 200.000 mensen en hadden een jaarinkomen van zo'n 50.000 [[dukaat|dukaten]]. De koningen, geruïneerd door het wanbeheer van een aantal achtereenvolgende regeringen, konden niet anders dan azen op die rijkdom. Maar ze moesten ook de autonomie van de orde tolereren, die bewaakt werd door een enorme, militaire capaciteit die de koningen wantrouwde. Tijdens de strijd tussen [[Alfons V van Portugal]] en [[Ferdinand II van Aragon|Ferdinand van Aragón]] om de opvolging van Hendrik IV van Castilië (de laatste mannelijke erfgenaam van zijn huis) rond [[1474]] hing veel af van de houding van Calatrava. De ridders waren verdeeld. De grootmeester, Rodrigo Giron, steunde Portugal. Zijn luitenant, Lopez de Padilla, steunde Aragón. Dit schisma, de laatste in de geschiedenis van de orde, kwam ten einde met de [[Slag van Toro]] in [[1479]], toen ook de Portugese claim verloren ging. De grootmeester, herenigd met Ferdinand van Aragón, kwam om in de strijd tijdens het beleg van Loja ([[1482]]). Hij werd opgevolgd door zijn luitenant Lopez de Padilla die, als laatste, onafhankelijke grootmeester van Calatrava, gedurende een korte tijd de heroïsche glorie van de grote tijd van zijn Orde deed herleven. Een godvrezende monnik in zijn cel, een onverschrokken krijger op het slagveld, streed Padilla tot glorie van zijn orde in de oorlog om de herovering van Granada. Hij stierf in [[1487]] voor de stad ingenomen kon worden. Ferdinand van Aragón zag dat het zo allemaal niet verder kon gaan en richtte zich tot de paus. Toen de Orde bijeenkwam om een nieuwe grootmeester te kiezen, presenteerde Ferdinand tijdens de bijeenkomst een bul van [[paus Innocentius VIII]] die hem het beheer gaf over de orde. Ferdinand dwong de kiesmannen om zich eraan de onderwerpen en zo eindigde de politieke onafhankelijkheid
==Overgang naar een seculiere orde (1492 - 1840)==
[[Bestand:Pedro_de_Barberana.jpg|thumb|150px|right|Don Pedro de Barberana y Aparregui, een ridder in deze Orde werd door zijn broeder Diego Velazquez in de dagelijkse kleding van de ridders geschilderd]]
De kerkelijke banden tussen Calatrava en Morimond werden steeds losser. De koning van Spanje was te onwillig om zijn autoriteit te delen met enige buitenlandse (en zeker [[Frankrijk|Franse]]) macht. De canonische visitaties van de abt van Morimond kwamen ten einde; er ontstonden problemen doen de groot-kapelaan van Morimond arriveerde om zijn positie in te nemen. De laatste Franse kapelaan was Nicholas van Avesnes, die in [[1552]] overleed. Na een langdurig conflict werd een compromis bereikt in [[1630]] waarbij Morimond de groot-kapelaan mocht kiezen maar alleen uit de Spaanse Cisterciënzers. Bovendien werden de ridders van de Orde vrijwel seculier: in [[1540]] zette [[paus Paulus III]] hun gelofte van celibaat om in een gelofte van huwelijkse trouw. Nu leden van de Orde gezinnen mochten hebben en van [[paus Julius III]] in [[1551]] toestemming kregen om vrij gebruik te maken van hun persoonlijk bezit, werd de gelofte van armoede een formaliteit. In [[1652]] voerde [[Filips IV van Spanje]] een nieuwe gelofte in voor de drie Spaanse Orden: verdediging van de doctrine van de [[Onbevlekte Ontvangenis]]. Het was de laatste keer dat de Orden iets met religie te maken hadden. Ook de militaire taken waren sinds lang verdwenen. In feite waren de Orden tot inactiviteit vervallen. De 200 [[commanderij|commanderijen]] waren landgoederen ter beschikking van de koning geworden en werden door hem bij wijze van gunst onder de hofadel verdeeld.<
Toen het [[Huis Bourbon]] de Spaanse troon overnam richtte [[Karel III van Spanje]] een Orde op die naar hem vernoemd was. Hij belastte de oude Orden met een miljoen [[Spaanse real|real]] om 200 ridders van de nieuwe [[Orde van Karel III]] van een pensioen te voorzien ([[1775]]). Aangezien hun inkomsten de enige bestaansreden van de Orde was, betekende inname ervan bijna het opdoeken van de Orde. De bezittingen van de Orde werden ingenomen door koning [[Jozef Bonaparte|Jozef]] in [[1808]], teruggegeven door [[Ferdinand VII van Spanje]] bij de Restauratie van [[1814]] en uiteindelijk verdeeld in de algemene secularisatie van [[1838]].
Regel 47:
Omdat de inkomsten de enige bestaansreden van de Orde waren moest de [[confiscatie]] daarvan tot opheffing van de Orde leiden; Toen de [[Bonaparte]] Koning Joseph I die in 1808 naaste hield de Orde op te bestaan. Na de [[Restauratie (kunst)|restauratie]] heeft Ferdinand VII de Orde van Calatrava in 1814 weer ingesteld maar de resterend bezittingen gingen bij de [[secularisatie]] van 1838 verloren. In [[1872]] werd de Calatrava-Orde wederom opgeheven, maar in [[1874]] werd ze hersteld als een [[orde van verdienste]].
==De Orde in de
De orde is nu een gezelschap Spaanse katholieke edelen onder bescherming van de Spaanse kroon. De Heilige Stoel heeft Z.M. Koning [[Juan Carlos I]] als grootmeester en administrator aangewezen.
De ridders dienen acht [[kwartierstaat|kwartieren]] te kunnen tonen en mogen geen druppel Joods of Moors bloed in hun aderen hebben.
|