Lijst van heren en graven van Zutphen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
taal |
|||
Regel 14:
Everhard (I) ''Saxo'' is hoogstwaarschijnlijk zijn vader wel opgevolgd. Hij werd in 898 vermoord door Waldger, zoon van graaf [[Gerolf van Holland|Gerulf]] uit het huis dat naderhand het Hollandse gravenhuis zou worden. ''Saxo'' liet twee nog jonge zoons na: de oudste heette Megingard en de jongste Everhard. Hun oom Meginhard is toen voor zijn minderjarige neven ingesprongen en krijgt daarom dus het ranggetal III mee.
De jongste ''Saxo''-zoon Everhard huwde met vrouwe Amalrada,
De oudste zoon van Everhard ''Saxo'', Meginhard (IV), nam rond 915 de graafschappen van ''Saxo'' over van zijn oom Meginhard III die daar immers zolang had waargenomen. Waarschijnlijk is Meginhard III rond 915 overleden zodat zijn neef zijn opvolgingsaanspraak kon verzilveren. Meginhard IV krijgen we in 921 als graaf te zien in het 'koningsverdrag' van Bonn tussen Hendrik I 'de Vogelaar' en Karel 'de Eenvoudige'. Meginhard IV huwde hoogstwaarschijnlijk tweemaal, eerst met ene Irmengard en vervolgens met ene Cunegonde. Uit het eerste huwelijk stamde een zoon Everhard en een dochter Gerberga, uit het tweede een zoon Wichman.
Regel 20:
Naar alle waarschijnlijkheid heeft Meginhard (IV) meegedaan aan de rebellie die de broer van koning Otto I, Hendrik, en hun beider zwager hertog Giselbert van Lotharingen in 938-939 ontketenden. Otto I slaagde erin die opstand hardhandig neer te slaan. De overlevende deelnemers werden als gebruikelijk gestraft met bezitsconfiscatie en ambtsontzetting. Ook het 'Hollandse' Gerulfingenhuis was in die opstand 'fout'. Voor zover de volwassen leden ervan niet sneuvelden, werden zij afgezet, de opvolging ging uiteindelijk naar de Diederik (Dirk) II (939-988) die tijdens de opstand nog minderjarig was geweest en daardoor in de termen voor clementie viel. Hetzelfde bespeuren we bij het Hamalandse huis: Meginhard IV is omstreeks 955 gestorven en begraven op de familieresidentie te Hoog-Elten, in één kist en graf met zijn dochter Gerberga. Beide moeten dus wel kort na elkaar overleden, van Gerberga weten we zelfs de doodsoorzaak: haar schedel was door een zwaardhouw gekliefd. In het dodenboek van Elten wordt Meginhard IV wel genoemd, maar zónder de graventitel die hij in 921 wél had. Die is hij dus kwijtgeraakt, en wel: vóór 944.
Want al najaar 944 treffen we zijn zoon Everhard aan als graaf in Drenthe, in 956 en 960 bovendien in Salland, terwijl hij naar alle waarschijnlijkheid ook nog graaf is geweest in Noord-Groningen (Hunsingo en Fivelgo). Blijkbaar zijn ook de zoons van Meginhard IV begenadigd door koning Otto I. Dat is hoogstwaarschijnlijk gebeurd toen de koning op 18 juli 944 Hoog-Elten, de (
==De noordelijke tak en de entrée van het huis Verdun==
|