Nieuwkoopse Plassen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
taal
Regel 1:
{{coördinaten|52_9_34_N_4_49_45_E_type:waterbody_region:NL_scale:60000|52° 9' NB 4° 49' OL}}
[[Afbeelding:Nieuwkoopse Plassen 20070721.jpg|right|thumb|320px|Nieuwkoopse plassenPlassen ter hoogte van Noorden]]
 
De '''Nieuwkoopse Plassen''' is een [[natuurgebied]] van 1400 ha groot in [[Zuid-Holland]] bij de plaatsen [[Nieuwkoop]], [[Noorden (Nieuwkoop)|Noorden]] en [[De Meije (dorp)|De Meije]]. Daarvan is ruim 1000 ha eigendom van [[Natuurmonumenten]]. De plassen zijn vanaf de [[16e eeuw]] ontstaan door [[vervening]] van het gebied.
 
== Plassen ==
[[Afbeelding:Nieuwkoop - Zuideinderplas.jpg|thumb|280px|Zuideinderplas met rechts het fietspad door de plas]]
 
Op korte afstand van de dorpsstraat van het lintdorp Nieuwkoop, dat het plassengebied aan de noordwestzijde begrenst en voor toeristen aantrekkelijk is vanwege de typische vervenershuisjes, liggen twee zeer uitgestrekte en vrij diepe [[veenplas]]sen, de Noordeinderplas en de Zuideinderplas. Van het lintdorp [[De Meije (dorp)|De Meije]] bij [[Watertoren (Meije)|watertoren ''Het Potlood'']] naar Nieuwkoop loopt een fietspad, het Meijepad, dwars door de Zuideinderplas, met in het midden een houten [[brug (bouwwerk)|brug]] (kwakelbrug[[kwakel]]) om [[scheepvaart]] van het ene deel naar het andere deel van de plas mogelijk te maken.
 
De grote plassen worden druk bevaren door de ‘grote pleziervaart’ (kajuitboten). Door hun winderigheid en soms zware golfslag zijn deze plassen voor roeiboten en kano’s eigenlijk minder geschikt. Aan het zuideinde ligt een grote jachthaven.
Meer noordelijk en oostelijk in dit gebied liggen plassen van een aanzienlijk kleinschaliger type zoals het Maarten Freeken wije. Deze zijn bereikbaar met [[kano (scheepstype)|kano]], [[roeiboot]] en [[fluisterboot]]. Op de plassen zelf kunnen vergunninghouders ook met een motorboot varen. Nabij het dorp Noorden ligt een beschut gebied waar voorwaarvoor een route voor kano’s en roeiboten is uitgezet.
 
De plassen in dit wel voedselrijke, maar toch vrij zuivere water zijn sterk begroeid met planten als [[watergentiaan]] en [[waterlelie]], met veldjes [[krabbescheerkrabbenscheer]] en met [[drijftil]]len van vooral [[waterscheerling]]. Onder water drijven vaak grote hoeveelheden [[blaasjeskruid]], hetgeen plaatselijk zelfs het roeien kan bemoeilijken.
 
== Rietland ==
 
[[Afbeelding:Veldbossen dekriet in nieuwkoop.jpg|right|thumb|280px|veldbossenVeldbossen dekriet bij Nieuwkoop]]
Naast plassen en de vaak grillige watergangen kent dit gebied vooral een grote oppervlakte aan [[riet|rietveldrietvelden]]en, die vooral het oosten van het gebied een merkwaardig weids en open karakter geven. De rietteelt gebruikt nog eneen flinke oppervlakte en biedt nog altijd veel werk aan mensen in en om Nieuwkoop en Noorden. (Niet zelden is men zowel rietsnijder als dakdekker, en soms ook nog eens visser of recreatieondernemer). In grote lijnen gaat de rietteelt prima samen met de natuurfunctie van het gebied.
 
De oevers van de rietlanden zijn vaak begroeid met kleurige ruigtesoorten als gewone [[wederik]], kattestaartkattenstaart, [[waterzuring]], [[moeraspireamoerasspirea]], [[grote watereppe]] en diverse soorten [[zegge]]. IIn het voorjaar valt tussen het riet de forse [[koningsvaren]] op.
 
=== Verzuring en verruiging ===
[[Afbeelding:Veenpluis in de nieuwkoopse plassen.jpg|right|thumb|280px|Veenpluis in een verzuurd rietland bij Nieuwkoop]]
De [[rietteelt]] maakt gebruik van eneen bepaald stadium van het voor laagveengebieden kenmerkende [[verlanding]]sproces. Dat proces kan in twee richtingen verlopen. Wordt de rietteelt lang volgehouden, dan wordt de zode te dik om nog veel voedingsstoffnvoedingsstoffen door te laten. Regenwater gaat dan de vegetatie bepalen. Het riet gaat daardoor na verloop van tijd “hol staan”, waarna het eerst in een soort bloemrijk grasland verandert. Als het terrein dan niet bevloeid of opgehoogd wordt, gaat daarin steeds meer een lage veenbegroeiing de boventoon voeren met soorten als [[veenpluis]], [[kartelblad]], [[veenmos]], [[dopheide]], [[pijpenstrootje]] en zelfs [[zonnedauw]]. Daarmee is feitelijk een stukje hoogveen bovenop een stuk laagveen ontstaan. Het wordt gezien als iets zeer merkwaardigs hoe op zulke percelen soorten van grote voedselrijkdom, zoals [[lisdodde]] midden tussen soorten van extreme voedselarmoe in kunnen staan, zoals [[zonnedauw]].
 
Wordt de rietteelt echter opgegeven, dan treedt al snel [[verruiging]] op. Die leidt eerst tot bloemrijke ruigtkruidenvegetaties, maar al snel ontstaan moerasbossen van zwarte els, lijsterbes en appelbes (aroniaAronia melenocarpa). Deze laatste soort is een uit Amerika afkomstige exoot, die al grote delen van dit plassengebied heeft overwoekerd.
 
== De Meije ==
Regel 32:
Op enkele plekken, zowel binnen aan de zijde van het plassengebied als daartegenover, liggen nog enkele percelen met ouderwetse bloemrijke hooilanden en zelfs enkele bij botanici zeer befaamde [[schraalland]]en.
 
== Vogels ==
Het rietland is een leef- en broedgebied voor talrijke moerasvogels, zoals [[grote karekiet|grote-]] en [[kleine karekiet]] en de [[Snor (vogel)|snor]]. Op veldjsveldjes [[krabbescheerkrabbenscheer]], of op door natuurbeheerders geplaatste matjes, broedt de steeds zeldzamezeldzamer wordende [[zwarte stern]]. Op de drijftillen vavan de kleinere plassen broeden soms ook meeuwen. Verborgen in het riet broeden de zeldzame [[roerdomp]], en kleine vogels als [[kleine karekiet]] en [[Snor (vogel)|snor]]. In de winter trekt het gebied grote aantallen ganzen en talrijke soorten [[eenden]], futen en [[ralachtigen]].
In grote bomen vindvindt men enkele broedkolonies van de een van de voornaamste viseters van het gebied: de [[aalscholver]]. De [[purperreiger]] schijnt een voorkeur te hebben voor appelbes-bosschages.
 
== Externe links ==
*[http://www.natuurmonumenten.nl/content/nieuwkoopse-plassen Natuurmonument de Nieuwkoopse plassen]