De aamnaak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 24:
Enkele weken later brengt Joost de post aan zijn werkgever. Een almanak, waarvan hijzelf ook een exemplaar heeft ontvangen, en een bankbrief. Daarin staat dat door de oplopende rentevoet het kapitaal van de kasteelheer zorgwekkend is vermeerderd. De bank wacht op instructies. Om zijn zorgen over de rentevoet de baas te worden, wandelt heer Bommel naar zijn buurvrouw. Die heeft ook een brief van de bank gehad inzake de aflossing van haar huis. Maar dat geld heeft ze besteed aan een almanak, die ze volgens haar buurman niet hoefde te betalen. De tobberige heer ziet zijn jonge vriend vrolijk op een boomstam zitten. Tom Poes geeft desgevraagd advies het geld te besteden aan iets nuttigs, waar iedereen iets aan heeft. Joost spelt in zijn kamer intussen de nieuwe almanak uit. “Duimelot en Likkepot maken eens zoveel. Dubbel en strubbel. Hoe langs, hoe meer. Pas op voor zeer. Klein maar fijn moet het zijn.” Joost vindt het onzin en kijkt bedroefd naar een briefje van 25 florijnen, dat hem nog rest. Tot zijn verbazing verdubbelt het bankbiljet bij zijn liefkozende streling van zijn laatste bezit. Zittend aan tafel leert hij zichzelf de truc met de duim en de wijsvinger, waardoor een mooi stapeltje bankbiljetten ontstaat. De thuisgekomen heer Bommel leest in zijn almanak dat de eenvoudige geeft wat hij heeft. Hij biedt Joost daarop een briefje van 1000 florijnen aan. Die geeft er echter zelfvoldaan terstond twee van terug. Hij neemt een vrije middag om een motorfiets te gaan kopen. De lunch kan zijn werkgever zelf wel klaar maken. Met dubbele geldzorgen besluit heer Bommel zijn buurvrouw te bezoeken. Hij legt haar zijn honger uit, maar zijn verblijf wordt geen succes. Door zijn zenuwen overmand sloopt hij een groot deel van het meubilair. Doddeltje barst in tranen uit omdat haar servies nu ook incompleet is. Het geld dat haar wordt aangeboden, weigert ze pertinent. Ze moet het geld niet omdat ze wel weet wat weduwe Hooinaalt ervan zal zeggen. Ze zegt dat ze Bommel nooit meer wil zien. Nooit meer en barst in tranen uit.
 
Thuis op Bommelstein geeft de uitgebluste heer Bommel de beleggingsadviseur van de Rommeldamse Bank opdracht zijn geld in het ‘Nut van het Algemeen’ te steken. Tom Poes krijgt van Joost uitleg over zijn nieuwe motorfiets, een Bromota. De almanak klopt deze maand en zijn Duimelot maakt het mogelijk zijn briefjes van 25 te verdubbelen. Volgens de bank waren de biljetten echt. Tom Poes geeft Joost hetzelfde beleggings advies. Investeer in het Nut van het Algemeen. Joost rijdt daarop terug naar de stad en meldt zich bij meester Woordkramer, de advocaat van zijn werkgever. Die stelt voor in het onroerend goed te gaan en richt de NV Tot Nut van het Algemeen op. Heer Bommel sjokt nogmaals naar zijn buurvouw. Hij hoort echter een gesprek van haar met de weduwe Hooinaalt. Doddeltje heeft een erfenis ontvangen van een onbekende neef, zonder verdere familie. En dat stond precies zo in haar nieuwe almanak. Heer Bommel voelt zich na het gebroken servies en een erfenis bij de middagpost duidelijk overbodig. Hij spreekt Tom Poes aan over zijn zorgen en die is met hem eens. De almanak deugt niet omdat de voorspellingen uitkomen. Thuis op het kasteel biedt Joost zijn ontslag aan om in zaken te gaan. Hij raadt zijn werkgever Hotel De Gebraden Haan aan, omdat hij daar de bardame kent.<ref> Zie het verhaal: [[De wadem]].</ref> Terwijl de motor knallend weg reed, nam heer Bommel de telefoon op. De bank had aandelen gekocht van een nieuwe onderneming, Tot Nut van het Algemeen. Tom Poes merkt op dat het toevallig is, maar krijgt verder geen kans iets te zeggen. Want de bankman vreest een hoos, de almanak komt echt uit. Tom Poes zegt: “hm”. Heer Bommel heeft niet echt geld weggeven en ziet er niet gelukkig uit. Heer Bommel besluit nu tijdelijk naar een hotel te verhuizen. <ref> Tom Poes is op plaatje 01009 te zien bij het inladen van een veel te grote koffer in de Oude Schicht.</ref>
 
In de stad neemt Tom Poes afscheid bij het hotel. Hij raakt in gesprek met journalist Argus, die erg geïnteresseerd is in de gebeurtenissen uit de almanak die uit zijn gekomen. Aan het eind van het gesprek loopt hij weg door het poortje van de Teutsteeg met de opmerking:” Ik dacht al, wat doet dat ding raar.” In de Sofsteeg raakt hijTom Poes een van de volgende dagen in gesprek met brigadier Snuf. Die verwondert zich over het plotseling uitblijven van klachten over de almanak. Tom Poes legt hem uit dat de almanak dingen laat uitkomen. Snuf vindt zulks tegen de orde der dingen. Bul Super luistert het gesprek af en besluit Hiep Hieper weer de straat op te sturen om abonnementen te gaan verkopen. Laatstgenoemde raakt in gesprek met Tom Poes, die te horen krijgt dat een zekere Hakstroo de schrijver van de almanak is, onder supervisie van swami Al Repus. Even verderop komt Tom Poes oudbediende Joost en meester Woordkramer tegen. De jurist heeft de hele boel opgekocht. Een gedeelte van het stadsdeel lag al plat en de rest wordt ook omgegooid, na uitzetting van de krakers. De nieuwe onderneming gaat er huisjes bouwen, klein maar fijn. Op de [[Kleine Club]] is de nieuwbouw het gesprek van de dag. Bulle Bas suggereert dat de almanak er iets mee te maken heeft, zodat de clubvoorzitter zijn waarschuwing in de krant nogmaals kan verkondigen. Bulle Bas vond het meer een aanbeveling in plaats van een waarschuwing. De getergde krantenmagnaat krijgt op straat een gratis abonnement op de almanak aangeboden, in ruil voor wat reclame in zijn pers. Hij zoekt oplagevergroting en ontvangt De Meervoudige. Op zijn kamer windt de krantenmagnaat zich deerlijk op over de onzin. “Trompetten en gebral geven diepe val”. Met een ferme vuistslag belandt hij door de vloer op de redactie van de avondeditie. Tom Poes ziet komende uit de Sofsteeg de ziekenauto. Commissaris Bulle Bas legt hem de gebeurtenissen uit. De diepe val stond in de almanak, maar de gezagsdrager gaat er nu een eind aan maken. Tom Poes werpt tegen dat voorspellingen niet strafbaar zijn, zelfs als ze uitkomen. De commissaris gaat de almanakvensters arresteren wegens het ontbreken van een ventvergunning.
 
In Hotel De Gebraden Haan is heer Bommel blij dat Tom Poes hem komt opzoeken. Hij mist het eten van Joost. Tom Poes meldt dat Joost nu in zaken is gegaan. Maar verder wordt hij niets wijzer van de uitgebluste kasteelheer. De komende dagen werd de Sofsteeg verder gesloopt. Tom Poes wil van Bul Super weten waar Hakstroo woont, wanneer de swami door de politie wordt opgebracht. Bul Super vindt het uitsloverij zijn almanakventer op te pakken. Intussen zorgt de almanak er ook voor dat kasteel Bommelstein wordt gekraakt. Een verdreven krakersfamilie uit de Sofsteeg leest: “De dakloze vindt een onderdak. Vol gerief en gemak. Zelfs een kasteel. Maar pas op voor teveel. In korte tijd, dreigt nijd en strijd.” Tom Poes en de journalist zien het gebeuren. Tom Poes vraagt Argus terloops of hij Hakstroo kent. Hierop maakt de journalist zich snel uit de voeten. Als Tom Poes het nieuws gaat melden aan zijn vriend legt die net de telefoon neer. Alle nieuwe nutaandelen worden opgekocht. <ref> De almanak zegt erover: “Wie goed doet goed ontmoet. Overvloed en voorspoed zetten het hart in gloed.”</ref> Tom Poes wordt verder niet veel wijzer en wil nu per se Hakstroo vinden, omdat dat de bron van de almanak is. Op straat ziet hij een hoogoplopende ruzie tussen Super en Argus. Hij besluit de journalist verder te volgen. Via de regenpijp weet hij de zolderkamer te bereiken waar Argus aan het werk is. Hij betrapt Hakstroo op heterdaad, juist op het moment dat Argus zich afvroeg waarom de teksten zo vlot uit zijn machine kwamen. Tom Poes deelt mee dat de almanak uitkomt en vraagt of Argus wel eens iets voor zichzelf heeft gewenst? Argus lacht hem uit. Hij wilde sterreporter worden en zit nu op een aftands zolderkamertje. Na een korte worsteling weet Tom Poes de alruin uit de machine te verwijderen. Aan hospita mevrouw Geurtjes vertelt hij dat hij de schrijfmachine heeft gerepareerd en verlaat het pand door de voordeur.