Constructivistisch onderwijs: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Constructivistisch onderwijs''' is een wijze van overdragen van kennis, inzichten en vaardigheden gebaseerd op het [[constructiv...'
 
taal
Regel 7:
Parallel aan deze ontwikkeling was de verandering van opvatting over leren door de ontwikkeling van ''informatie-theoretische'' inzichten. In de Verenigde Staten begonnen leerpsychologen vanaf de jaren '60 de mens te beschouwen als een soort computer, een informatieverwerkend systeem. Hieruit ontstond de zogenaamde [[Psychologie|cognitieve leerpsychologie]]. Het constructivisme kan worden opgevat als een uitwerking van de cognitieve leerpsychologie.
 
''Constructivisme'' is momenteel de basis van waaruit veel onderwijsontwikkelaars vertrekken. Ze baseren zich op de consensus in huidig wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat in sociaal-constructivistisch even goed wordt gescoord op de traditionele leerdoelen, maar beter in planmatig werken, kritisch denken en problemen oplossen. Tegenover de hype stond al lang geleden Piaget die later in zijn leven juist enige kritiek op het sociaal constructivisme uitte. Daarin wordt hij ondermeeronder meer gesteund door [[Herbert Simon|Herbert A. Simon]]<ref name=''SIMON''>{{citeer boek | Achternaam = John R. Anderson, Lynne M. Reder, Herbert A. Simon | Titel = '''Applications and Misapplications of Cognitive Psychology to Mathematics Education.''' | Datum = 2000 | Plaats = Department of Psychology Carnegie Mellon University Pittsburgh | Uitgever = Texas Educational Review}}</ref>.
 
==Kenmerken==
Regel 16:
Een karakteristiek van constructivistisch onderwijs is de bepalende rol van voorkennis. Voorkennis wordt uitgebreid en gereconstrueerd. In het opnemen, selecteren, herschikken, relateren, aanvullen, betekenis geven en aanpassen is voorkennis echter niet alleen het voorwerp van verandering maar ook de bestuurder van het proces. [[Carel Frederik van Parreren|Van Parreren]]<ref name=''Parreren''>{{citeer boek | Achternaam = C.F. van Parreren | Titel = '''Ontwikkelend onderwijs.''' | Datum = 1993 | Uitgever = Uitgeverij Acco | ISBN = 9033417138}}</ref> noemt als voorbeeld een peuter die voor het eerst een trolleybus zag. Verbaasd riep het kind: "Een autobus met een hijskraan erop !" Het kind had de trolleybus waargenomen vanuit de voorkennis, namelijk twee betekenisvolle onderdelen, de autobus en de hijskraan, en op die wijze aan elkaar gerelateerd en geïntegreerd tot een nieuw begrip.
 
Een andere kenmerk is de vraag om een rijke en uitdagende leeromgeving. De leeromgeving moet georganiseerd uitdagen in de zin dat er ontevredenheid bij de lerende ontstaat met ongewenste bestaande ''constructies'' (Gunstone<ref name=''GUNSTONE''>{{citeer boek | Achternaam = Peter J. Fensham, Richard F. Gunstone, Richard Thomas White | Titel = '''The content of science: a constructivist approach to its teaching and learning.''' | Datum = 1994 | Uitgever = Routledge | ISBN = 0750702214}}</ref> in navolging van [[Michael Posner|Posner]] e.a. en [[Jan Vermunt|Vermunt]]). Verder valt op dat er relatief veel aandacht is voor het voorbereiden van het leerproces en de diagnostiserendediagnosticerende en remediërende rol van de onderwijsbegeleider daarbij.
 
==Toepassing==