Patriottentijd in Bolsward: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
k →‎Voorspel: plaatje verwisseld
taal
Regel 18:
Ondertussen werd door twee compagnieën van ieder 40 man wekelijks geoefend in de Broerekerk, en op ongebruikelijke wijze, opgesteld ''naar natuurlijke grootte''. Burgemeester Van Hiemstra stelde voor twee trommels en fluiten te schenken, maar de officieren wezen het voorstel af, omdat geen ander [[Wapen (heraldiek)|wapen]] dan dat van de stad kon worden geaccepteerd. Het duurde tot 30 augustus [[1786]], voordat provinciale toestemming werd verleend en officieel de officieren konden werden benoemd. De krijgsraad van de vrijwillige schutterij verbood evenwel iedere festiviteit.
 
De situatie escaleerde in augustus 1786 naar aanleiding van de gebeurtenissen in Utrecht, waar de landelijke bijeenkomst van vrijcorpsenvrijkorpsen en exercitiegenootschappen was gehouden, maar ook zonder goedkeuring van de stadhouder zestien nieuwe vroedschapsleden waren geïnstalleerd. [[Herman Willem Daendels|Daendels]], die het [[exercitiegenootschap]] in [[Hattem]] aanvoerde, eiste een week later een zetel in de onvolledige, plaatselijke vroedschap op, waarop Hattum op 5 september bezet werd door stadhouderlijke troepen. De angst ontstond vervolgens dat ook het ''"democratisch eldorado"'' Utrecht zou worden bedreigd.
 
De vrijwillige schutterij in Bolsward diende op 11 september een voorstel in tot aankoop van kruit en munitie. Het voorstel kwam van de kapitein van de vrijwillige schutterij, [[Cornelis van den Burg]], die eerder die dag op ''"democratische"'' wijze, d.w.z. zonder goedkeuring van de stadhouder, als burgemeester was benoemd. Elgersma, de rijkste man in Bolsward, was inmiddels van geheel van gedachte veranderd en richtte zijn aandacht op een financiële positie in de [[Provinciale Staten]]. Het lukte hem om Van Hiemstra te passeren, die daarop bij de stadhouder zijn beklag deed. Vanwege een soort samenscholingsverbod is er weinig bekend over de patriotten en de vrijwillige schutterij in de periode oktober 1786 tot mei 1787, maar de situatie bleef gisten omdat in Friesland op 1 juni 1787 nieuwe [[regeringsreglement]]en in werking zouden treden.
Regel 38:
 
 
De zeven achtergebleven officieren van de vrijwillige schutterij en drie burgergecommitteerden - eerder die maand in de haast benoemd om de vroedschap te controleren - werden in de nacht van 1 oktober in een [[trekschuit]] naar Leeuwarden gebracht. Onder hen bevond zich de doopsgezinde fabrikant Wopke Cnoop, die in de gevangenis een kort en verward dagboek bijhield van zijn belevenissen. Door een misverstand - het was niet duidelijk wie de sleutel had - vergat de vluchtende Van Beyma (of zijn secretaris} ondertekende en dus uitermate belastende stukken uit Franeker mee te nemen. Voor justitie was het daarna "gemakkelijk" een zevental patriotten uit Bolsward te veroordelen. Cornelis van den Burg kreeg een van de zwaarste straffen die destijds zijn uitgesproken. Hij werd ter dood veroordeeld vanwege zijn radicale democratische opvattingen. Evenwel, geblindoektgeblinddoekt en knielende op het schavot werd hij naar binnen geroepen. Hij kreeg te horen, dat hem voor twintig jaar de toegang tot Friesland werd ontzegd en binnen drie dagen het land moest ruimen. De andere gevangenen kregen tien, zes, vier jaar verbanning of een geldboete opgelegd. Twee gevangenen stierven tijdens hun gevangenschap als gevolg van de extreme winter in [[1788]], die vroeg inviel. Van den Burg vertrok naar zijn vrienden in Noord-Frankrijk. Daar schoolden enkele duizenden patriotten zich in de principes van de [[Franse Revolutie]] en wachtten tot de kansen zouden keren.
 
In januari [[1795]] - bij de komst van het [[Bataafs legioen]] - is burgemeester Van Hiemstra afgezet. Hij vluchtte van [[Oenkerk]] naar [[Emden]]. Katholieken en doopsgezinden kregen vervolgens meer rechten en afgevaardigden in de [[Eerste Nationale Vergadering]]. Overal in het land werd de erfelijkheid van ambten plechtig afgezworen. Tot slot, in [[1811]], in de laatste jaren van het Franse bewind, werd de raad van Bolsward alsnog gehalveerd en over de benoemde of gekozen [[burgemeester]] zijn de meningen nog steeds verdeeld.