Wanprestatie: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
klein detail |
|||
Regel 43:
Als de schuldenaar niet (correct) presteert, terwijl de prestatie op dat moment wel "opeisbaar" was (dwz. op dat moment had de prestatie moeten plaatsvinden, de schuldeiser heeft er dan recht op) dan zal eerst in de meeste gevallen de wanpresterende wederpartij nog een laatste kans krijgen om alsnog te presteren. Bovendien moet de wederpartij ervan de de hoogte moeten worden gebracht dat hij niet of onvoldoende heeft gepresteerd.
Dit is niet noodzakelijk wanneer het nutteloos zou zijn (zoals een traiteur op je verjaardag die niet komt): de prestatie is dan blijvend onmogelijk geworden. Dit geldt eveneens wanneer er
De debiteur zal dus op de hoogte moeten worden gesteld met een [[ingebrekestelling]]. Dit is in feite een ondubbelzinnige waarschuwing waarin staat dat de debiteur had moeten presteren, en dit niet heeft gedaan. Het moet schriftelijk gebeuren, anders is het nietig. In deze waarschuwing zal een fatale termijn moeten staan, bijvoorbeeld 8 dagen of een maand. De debiteur moet wel een eerlijke kans krijgen om nog uit te voeren in natura. In enkele gevallen is het mogelijk om de ingebrekestelling niet in de vorm van zo'n "aanmaning" te doen, nl. wanneer dit toch geen zin meer heeft, en het te laten bij een ingebrekestelling in de vorm van een soort aansprakelijkstelling voor de gevolgen (art. 6:82 lid 2). Dit is dan nl. wel nodig om het verzuim te bewerkstelligen (tenzij dat niet nodig is omdat art. 6:83 al van toepassing is).
|