George Stam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kattenkruid (overleg | bijdragen)
Regel 14:
In 1949 aanvaardde Stam de betrekking van directeur van het "Conservatorium en Muziekschool van Toonkunst" later genoemd het [[Utrechts Conservatorium]]. Hij zou die functie tot 1953 vervullen.
 
Van 1953 tot 1956 is hij directeur van het [[Conservatorium van Amsterdam]]. Vanaf 1950 was hij organist van de Nederlands Hervormde Koepelkerk te Amsterdam. Vervolgens kreeg hij een benoeming aan de Nederlands Hervormde Westerkerk. In 1952 aan de Utrechtse [[Leeuwenbergh Gasthuis|Leeuwenberghkerk]], in september 1956 benoemd te Gouda aan de Nederlands Hervormde St. Janskerk en tevens benoemd tot directeur van het [[Rotterdams Conservatorium]]. In deze periode kregen o.a. Kees van Eersel en Herman Lammers les van George Stam.
Reeds op 1 oktober 1959 kreeg Stam een benoeming tot organist van de [[Grote of Sint-Laurenskerk (Rotterdam)]]. Het orgel dat daar functioneerde tijdens de erediensten was het door de Deense orgelbouwer Marcussen gebouwde transeptorgel. In het voorjaar 1968 vertrok Stam om vervolgens tot 1992 organist van de Oude Kerk te [[Rijswijk (Zuid-Holland)| Rijswijk]] te zijn.