Schiedammer parkmoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Verwijder meer zinloos cursief
overbodige alinea geschrapt
Regel 3:
Voor de Schiedammer parkmoord is aanvankelijk een onschuldige veroordeeld. De zaak kreeg uiteindelijk veel aandacht door de opeenstapeling van blunders bij politie, justitie, deskundigen en politiek.
 
Voor de veelal als '' '[[moord]]' '' betitelde [[doodslag]] op Nienke en het neersteken van Maikel werd eerst een onschuldige veroordeeld. Deze [[justitiële dwaling]], die pas veel later zou worden hersteld, leidde tot veel commotie en een kritische evaluatie van het werk van politie, justitie en de rechterlijke macht, en tot het instellen van de [[Commissie evaluatie afgesloten strafzaken]] (commissie Posthumus-II]]), die justitiële dwalingen moet onderzoeken.
 
De man die in eerste instantie voor deze moord werd veroordeeld, de [[Vlaardingen|Vlaardinger]] [[Cees Borsboom]], heeft na een aanvankelijke [[valse bekentenis]] steeds volgehouden onschuldig te zijn. Nadat deze meer dan vier jaar had vastgezeten en zijn veroordeling in hoger beroep en cassatie in stand was gelaten, werd door de bekentenis van [[Wik Haalmeijer]] (Wik H.) duidelijk dat het Openbaar Ministerie, de rechtbank, het gerechtshof en de [[Hoge Raad der Nederlanden|Hoge Raad]] hadden gedwaald. Door de feiten die vervolgens aan het licht zijn gekomen, bleek dat er sprake was van meer dan een justitiële dwaling.
 
Deze zaak vertoont op enkele punten gelijkenissen met de [[Puttense moordzaak]]. Een groot deel van de Tweede Kamer vermoedde dat er in Nederland veel meer zaken zoals deze zouden kunnen zijn, waarin de waarheid niet aan het licht zou komen bij gebrek aan een onverwachte bekentenis door de werkelijke dader, zoals in deze zaak. Om aan deze twijfel tegemoet te komen werd de [[Commissie Posthumus]] commissie ingesteld die zelf zaken kon gaan onderzoeken.
 
== Cees B. ==