Schuurkerk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
→‎Rooms-katholieke schuurkerken na de reformatie: In West-Brabant was dit al veel eerder gebeurd
Regel 4:
 
== Rooms-katholieke schuurkerken na de reformatie ==
Openlijke uitoefening van de katholieke godsdienst was vanaf [[1581]] niet toegestaan, vaak stonden er flinke straffen op. De kerken waren in bezit genomen door de [[Calvinisme|calvinist]]en en de kloosters werden opgeheven. Het exacte moment van inbeslagname en opheffing is regionaal verschillend. In het oostelijk deel van huidige [[Noord-Brabant]] vond dit bijvoorbeeld pas na de reformatie in [[1648]] plaats.<ref>H.N. Ouwerling, 1933. Geschiedenis der dorpen en heerlijkheden Deurne, Liessel en Vlierden. Helmond.</ref>
 
Naarmate de frontlinie met Spanje verder opschoof werd de aanzienlijke katholieke minderheid steeds vaker gedoogd. In 1651 werd op de [[Grote Vergadering]] besloten dat hoewel de oude verboden gehandhaafd bleven, actief optreden tegen de katholieken een lage prioriteit zou hebben. Sinds die periode werd de beoefening van de katholieke eredienst in niet opvallende schuil- en schuurkerken toegestaan. Wel moest men om gedoogd te worden zogenaamde [[recognitiegeld]]en betalen aan de plaatselijke overheid. Door deze regeling namen de katholieken in grensgebieden vaak hun toevlucht tot [[grenskerk]]en, die juist over de grens waren gebouwd, zoals die in het [[Weerterbos]], bij de latere [[Abdij van Achel|Achelse Kluis]] en te [[Zwillbrock]].