Arnold Arboretum: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hans B. (overleg | bijdragen)
Pompidom (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Kloon naar Klonen), met behulp van pop-ups
Regel 19:
De collecties levende planten worden onderverdeeld in een kerncollectie (core collection), een historische collectie (historic collection) en een veelzijdige collectie (miscellaneous collection). De kerncollectie heeft de hoogste prioriteit. Deze collectie wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek waarbij de voorkeur uitgaat naar plantmateriaal van bekende wildherkomst. De kerncollectie is onderverdeeld in [[biogeografisch]]e collecties, NAPCC-collecties, beschermingscollecties en synoptische collecties. De biogeografische collectie representeert de flora van oostelijk Noord-Amerika en oostelijk Azië, waarbij de onderzoeksfocus ligt op de [[floristisch]]e relaties tussen deze twee regio's en taxa die in beide regio's voorkomen.
 
De NAPCC-collectie representeert de collectie die het arboretum beheert namens het [[North American Plant Collections Consortium]]. Deze collectie omvat taxa uit de geslachten [[esdoorn]] (''Acer''), ''[[Carya]], [[Fagus]], [[Stewartia]], [[Syringa]]'' en [[hemlockspar]] (''Tsuga''). De beschermingscollectie omvat planten die het arboretum beheert namens [[Center for Plant Conservation]], een netwerk van meer dan dertig botanische instituten, dat zich richt op de bescherming en het herstel van de inheemse flora van de Verenigde Staten. Onder deze collectie vallen onder meer de [[soort]]en ''Amelanchier nantucketensis, Diervilla rivularis, Diervilla sessilifolia, Fothergilla major, Ilex collina, Rhododendron prunifolium, Rhododendron vaseyi, Spiraea virginiana'' en ''Viburnum bracteatum''. Het arboretum probeert van deze planten zoveel mogelijk [[kloonKlonen|klonen]] te houden, waardoor een grote genetische diversiteit wordt gewaarborgd. De synoptische collectie poogt een overzicht te geven van de houtige planten uit de noordelijke gematigde klimaatzone. Hierbij wordt er gezorgd voor planten van bekende wildherkomst en een zo groot mogelijke geslachtelijke, intersoortelijke en intrasoortelijke diversiteit.
 
De historische collectie omvat planten die door medewerkers (C.S. Sargent, E.H. Wilson, J.G. Jack en J. Rock) van het arboretum in de collectie zijn geïntroduceerd. Ook omvat deze collectie planten die afkomstig zijn van historisch relevante [[kwekerij]]en, botanische instituten en tuiniers/kwekers (onder meer H.J. Veitch, T. Meehan en M. Vilmorin). Tevens bevat deze collectie [[cultivar]]s uit de geslachten ''[[Malus]], [[Rhododendron]], [[Syringa]]'' en dwerg[[coniferen]]. Deze cultivars stammen uit de beginperiode van het arboretum. Een andere cultivarcollectie is de collectie van cultivars met [[latinisering|gelatiniseerde]] [[cultivarnaam|cultivarnamen]] van voor 1953. Dan is er nog een collectie [[cultivar]]s die door het Arnold Arboretum zelf zijn ontwikkeld. Larz Anderson Bonsai Collection is een collectie [[bonsai]]s.