Russisch futurisme: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Reparatie link
Regel 19:
Na [[1917]] werd de kwalificatie futurisme in de Russische literatuur op uiterst pluriforme wijze gebruikt en werd het bijna een synoniem voor alle [[avant-garde|avant-gardistische]] literatuur. Ook groeperingen als het [[imaginisme]] ([[Sergej Jesenin|Jesenin]], [[Anatoli Marienhof|Marienhof]], [[Nikolaj Zabolotski|Zabolotski]]) en het expressionisme werden vaak in één adem met de futuristen genoemd. In [[1921]] kwamen de futuristen sterk onder vuur te liggen van de [[Bolsjewistische]] machthebbers en hun nieuwe cultuurpolitiek ([[Lenin]] en cultuur- en onderwijscommissaris [[Anatoli Loenatsjarski|Loenatsjarski]] voorop). Kunst moest vooral begrijpelijk zijn, was het nieuwe adagium, ook voor arbeiders. Futuristische dichters kregen steeds moeilijker nog werk gepubliceerd.[[Igor Severjanin]] en [[David Boerljoek|Boerljoek]] emigreerde begin jaren twintig naar het buitenland, [[Vladimir Majakovski|Majakovski]] en [[Sergej Jesenin]] vluchtten uiteindelijk in zelfmoord, aan het futurisme verwante auteurs als [[Boris Pasternak|Pasternak]] en [[Nikolaj Asejev]] hadden gekozen voor nieuwe, een eigen stijl.
 
Tegen het eind van de jaren twintig, toen de literaire groepering [[OBERIU]] ([[Daniil Charms|Charms]], [[Aleksandr Vvedenski (schrijver)|Vvedenski]], [[Nikolaj Zabolotski]]) een aantal ideeën van de futuristen (uiteindelijk vergeefs) nieuw leven probeerden in te blazen, was er van het oorspronkelijk Russisch futurisme in de nieuwe Sovjetrepubliek nauwelijks meer iets waarneembaar.
 
[[Bestand:Englishman in Moscow.jpg|thumb|180px|right|Maljevitsj: Engelsman in Moskou, 1914, [[Stedelijk Museum Amsterdam]]]]