Medisch tuchtcollege (Nederland): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
-cat (dubbelop)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
Mr Torringa, voorzitter van het Centraal Medisch Tuchtcollege te Den Haag: „Je moet oog hebben voor de proportie van het leed dat je een arts toebrengt.” 86 Procent van de leden van de tuchtcolleges vindt het een groot nadeel dat zij een klacht niet gegrond kunnen verklaren zonder de arts een sanctie op te leggen, blijkens een proefschrift over dit onderwerp door Erik Hout (9 maart 2007, Vrije Universiteit Amsterdam.).
 
Bij het publiek bestaat wel eens de indruk dat [[medicus|medici]] in de tuchtraad de aangeklaagde medici de hand boven het hoofd houden. Een aanzienlijk deel (ca 85%) van de klachten wordt inderdaad niet gegrond bevonden. Bij artsen bestaat omgekeerd de indruk dat mensen soms hun verdriet om een slechte afloop van een medische behandeling, ook als er geen fouten zijn begaan, vertalen in woede naar de behandelendebehandelend geneesheer. Deze interpretatie van de arts verklaart de attitude van de artsen jegens de klagers tijdens de openbare zittingen.
 
Toen overigens recent de samenstelling van de tuchtcolleges veranderd werd, met meer juridische en minder medische inbreng, werden er in de daaropvolgende periode niet minder maar juist meer klachten ongegrond bevonden.
Regel 15:
Men kan eenmaal in hoger beroep gaan, (Eigenlijk 2 keer, zie hieronder) het '''Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg''' in [[Den Haag]] is de hoogste rechtspraak in de gezondheidszorg.
 
Als men weer in hoger beroep gaat, dan kan een [[Gerechtshof (Nederland)|Gerechtshof]] de zaak verder onderzoeken, maar in een klein aantal (ongeveer 15 procent) van de gevallen wordt het niet behandeld door het hof en dat is dan het eindstation voor de klacht.
 
Het tuchtrecht is momenteel in beweging. In het kabinetsstandpunt staat dat de Nederlandse tuchtrechtspraak meer eenheid en openheid moet krijgen.