Precision approach path indicator: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nogmaals tekstcorrecties
HHahn (overleg | bijdragen)
k link
Regel 9:
Het '''PAPI''' systeem is aan de linker of rechterzijde van de baan geïnstalleerd en is zichtbaar vanaf ongeveer 5 [[zeemijl|NM]] bij dag en 20 NM 's nachts, en bestaat uit twee of vier lampen in lijn. Dit in tegenstelling tot de horizontale lichtstrepen bij '''VASI'''.
 
Elke module met lampen heeft een [[lens (optiekoptica)|lenzen]]-systeem die het licht verdeelt in twee aparte segmenten: wit en rood. Afhankelijk van de zichthoek van de piloot ten opzichte van deze systemen ziet hij ofwel het witte of het rode licht. Bij een optimale nadering ziet de piloot de helft van de lichten rood en de andere helft wit; zijn vliegtuig zit dan perfect in de gewenste daalbaan, meestal een hellingshoek van 3° het vliegtuig bevindt zich op het optimale ''glij-pad''. Als het vliegtuig onder het gewenste glijpad zit ziet hij meer rode dan witte lampen en als hij te hoog zit juist meer wit dan rood.
[[Afbeelding:Papi german version.png|thumb|left|400px|Papi: mogelijke indicaties (tekst in het Duits)]]