Lettre de cachet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
WeggeBot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: da:Lettre de cachet
Wesoparius (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
'''Lettres de cachet''' zijn brieven die met het koninklijk zegel verzegeld werden omdat ze alleen bestemd waren gelezen te worden door de bestemmeling. Daardoor zijn ze verschillend van de '''patentbrieven''' die openbaar waren en aan ieder tegenstelbaar (naar het latijn 'patere', open zijn). Het gebruikte koninklijk zegel is het "geheimzegel" of "cachet", met het koninklijk wapen, maar kleiner dan het zegel van de grote of kleine kanselarij, dat voor patentbrieven gebruikt werd. Het cachet valt onder bewaring van de Grootkamerheer van Frankrijk.
 
De lettre de cachet was niet noodzakelijk een disciplinaire maatregel, de brief werd ook gebruikt voor bestuurlijke doeleinden, zoals het rechtstreeks geven van orders aan officieren en de brief aan de Parlementen om de koninklijke edicten[[edict]]en te registreren.
 
In een later stadium werden de lettres de cachet meestal gebruikt om iemand op te laten sluiten (bv. in de [[Bastille Saint-Antoine|Bastille]]). Bekende gevallen waren de lettre de cachet van [[Lodewijk XIV van Frankrijk|Lodewijk XIV]] aan [[Charles de Batz de Castelmore|D'Artagnan]], kapitein van de [[musketiers]], om [[Nicolas Fouquet]] aan te houden en in verzekerde bewaring te stellen. In vele gevallen vervulden de lettres de cachet een nuttige rol in het opvullen van de vele juridische lacunes, als uitdrukking van het koninklijk rechtvaardigheidsgevoel, of om wrede en onterende straffen opgelegd door de formele justitie of het [[gewoonterecht]] om te zetten in meer humane:. zoZo kon bijvoorbeeld een vrouw die tot de galeien was veroordeeld door een lettre de cachet gewoon naar de gevangenis; gekken of dronkaards werden zonder eigenlijke misdaad (juridisch vacuüm) opgesloten om ze tegen zichzelf te beschermen; incestplegers, die mogelijk onvoldoende bewijskrachtig veroordeeld zouden worden, konden onschadelijk gemaakt worden en een schandalig proces kon vermeden worden (de opsluiting in de koninklijke gevangenis stuitte de vervolging); men kon prostituees laten opsluiten, plegers van persdelicten, [[Jansenisme|jansenisten]], op vraag van de familie ook geldverkwisters die dreigden hun gezin aan de bedelstaf te brengen.
 
Noteer vooral dat het strafrecht van het [[Ancien Régime]] geen [[gevangenisstraf]] voorzag, maar een heleboel lijfstraffen[[lijfstraf]]fen, en dankzij een lettre de cachet kon men aan de gruwelijke uitvoering ontsnappen.
 
De lettre de cachet bracht de betrokkene in een koninklijke gevangenis (bv. de eerder comfortabele [[Bastille Saint-Antoine|Bastille]]) en stuitte de verdere rechtsgang en strafuitvoering. De families konden een lettre de cachet aanvragen, maar moesten ook voor de opsluiting betalen. Het gebeurde wel dat, als de opgeslotene niet meer kon betalen of zijn familie niet meer kon of wilde, hij gewoon aan de deur van de gevangenis gezet werd. Voorbeelden van opsluitingen op vraag van de familie zijn [[Honoré Gabriel de Riqueti|Mirabeau]], verkwister en gokker, op vraag van zijn vader, en ook [[Marquis de Sade|de markies de Sade]] op vraag van zijn schoonfamilie die een onterend proces wegens verkrachting wou voorkomen.
Regel 36:
In Parijs was een ''bureau des placets'' om een kleine lettre de cachet te vragen. De archieven van de [[Bastille Saint-Antoine|Bastille]] bestaan nog steeds.
 
De procedure was als volgt: de belanghebbenden sturen aan de koning een gemotiveerd verzoek. Meestal is het de familie, maar in geval van "publiek schandaal" kan dat ook de parochiepastoor zijn, de bisschop, of de plaatselijke heer. Het verzoekschrift wordt onderzocht door de [[luitenant-generaal van politie]], of door een intendant die een onderzoek instelt. Dit onderzoek is gewoonlijk langdurig en grondig. Twee hoofdpunten van het onderzoek zijn: de juistheid van de feiten en de [[solvabiliteit]] van de familie (de opsluiting moet ook betaald worden).
 
Tussen [[1741]] en [[1775]], werden 20 000 lettres de cachet verstuurd. Het werden er steeds meer met de jaren van de XVIIIe eeuw: 10 per jaar in [[Bretagne (schiereiland)|Bretagne]] van 1735 tot 1750, daarna 20 tot 40 per jaar van 1778 tot 1789, uitsluitend doordat er meer en meer aanvragen kwamen. De koninklijke rechtspleging werd steeds afkeriger van deze snelrechtprocedure.
Regel 48:
[[Categorie:Geschiedenis van Frankrijk]]
[[Categorie:Document]]
[[Categorie:RechtRechtsgeschiedenis]]
 
[[ca:Letres de cachet]]