Woeste grond: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
wikilinken ed
Regel 1:
[[File:Wekeromse Zand heide.jpg|thumb|De woeste gronden van het [[Wekeromse zand]]]]
'''Woeste grond''' was van de [[19e eeuw]] tot [[1970]] de benaming voor terreinen die geen direct nut opleverden, zoals [[heide (vegetatie)|heide]], [[Veen (grondsoort)|veengebieden]] en [[moeras]]sen. Daarbij moet worden opgemerkt dat ze voor het landbouwsysteem tot aan het eind van de 19e eeuw (tot aan het gebruik van [[guano]] en de uitvinding van de [[kunstmest]]) wel degelijk van groot nut waren. Woeste gronden leverden strooisel en [[plaggen]] die gemengd met [[Mest|dierlijke mest]] op het akkerland werd gebracht als [[Plaggenbemesting|grondverbeteraar en bemesting]]. Daarnaast stonden er [[Bijenkorf (voorwerp)|bijenkasten]], stak men er [[turf (brandstof)|turf]] voor gebruik als brandstof en liet men er schapen en koeien weiden.
Het [[Centraal Bureau voor de Statistiek|CBS]] rekende ook pas drooggevallen land tot de woeste gronden. Het ontginnen van woeste grond tot bos[[productiebos]] en bouwland[[Landbouw|landbouw gebied]] werd aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw als een belangrijk doel gezien dat door organisaties als [[Staatsbosbeheer]] en de [[Heidemij]] krachtig ter hand genomen werd. Tegenwoordig wordt het grootste deel van de overgebleven woeste grond als [[natuurgebied]] beschermd, waarbijhet Staatsbosbeheeris eenmeestal belangrijkein taakbeheer heeftbij Staatsbosbeheer of [[Vereniging Natuurmonumenten|Natuurmonumenten]].
 
Tot de 19e eeuw werden woeste gronden aangeduid met verschillende namen, zoals [[gemeynt|gemene gronden]]. In Limburg werd hiervoor ook de naam 'gemeynte' gebruikt. Het betrof namelijk gronden die in gemeenschappelijk gebruik waren voor de begrazing door schapen, het steken van turf en plaggen, het houden van [[bijen]] enzovoort. In de 19e eeuw kwamen ze in gemeentelijk bezit. Soms werden delen ervan aan grootgrondbezitters[[grootgrondbezitter]]s en beleggers verkocht, die ze omzetten in productiebos en landbouwgebied, soms ook werden ze door de gemeenten zelf ontgonnen, waardoor Gemeentebossengemeentebossen ontstonden. Delen ervan met hoge natuurwaarden[[natuurwaarde]]n werden in de loop van de 20e eeuw door natuurbeschermingsorganisaties[[Natuurbescherming|natuurbeschermingsorganisatie]]s aangekocht.
 
[[Categorie:Geografie]]