Karel Utenhove (zoon): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Karel Utenhove''' ([[Gent]] 18 maart 1536 - [[Keulen]], 31 augustus 1600) was een edelman en hervormingsgezinde humanist en dichter.
 
{{wiu2}}
==Levensloop==
 
Karel Utenhove, heer van Hogenwalle, was de derde zoon van [[Karel Utenhove 1]].
 
Zijn leermeester was de rector van de Latijnse school aan de zandberg in Gent, [[Johannes Otho]]. Hij ging zich vervolgens in Leuven, Bazel en Parijs bekwamen in de klassieke talen. ZijnIn vaderBazel enwoonde zijnhij broersafwisselend kwamenbij hemSebastiaan daarCastellio vervoegenen toenThomas ze Gent ontvluchtten omwille van hun hervormingsgezindheid. Rond 1563 verbleef Karel in EngelandPlatter, waar zijn verwant (oom?) Jan Utenhove (†1565) leidertwee wasprotestanten van de Hervormingsgezindehumanistisch-tolerante bewegingstempel. Vervolgens was hij weer in Gent, waar hijIn de [[Beeldenstorm]]herfst meemaakte.van Hij1556 schreefintroduceerde hieroverKarel aan graaf [[Lodewijk van Nassau]]sr. Kortzijn daaropzonen namte hij de vlucht naar [[Duitsland]] en verbleef er in VriemersheimParijs bij [[Düsseldorf]]. Na de [[Pacificatie]]humanist vanGuillaume 1576Morel, keerde hij naar Gent terug. Er zijn aanwijzingen dat het vooral hij was die de komstdrukker van prinsGriekse [[Willem van Oranje]]werken in de stadImprimerie op 18 Augroyale. 1579Vader bewerkstelligde.en Tweebroers dagenkwamen laterhem werddaar hijvervoegen doortoen Willemze inGent deontvluchtten plaats gesteldomwille van dehun ambitieuze [[Jan van Hembyze]] als voorschepen van de stad, ambt dat hij tot in 1584 bekleeddehervormingsgezindheid.
 
Het verblijf in Parijs was voor Karel van essentiële betekenis. Hij maakte er kennis met grootmeesters van de Franse poëzie zoals Joachim de Ballay en Pierre Ronsard, en met de professoren Jean Dorat (Grieks) en Adrien Turnebus (Hebreeuws) van het Collège de France. Van 1558 tot 1562 was hij huisleraar van de kinderen van Guillaume Morel, waarna hij naar London trok en er secretaris werd van de Franse ambassadeur. Langs die weg werd hij geïntroduceerd aan het Hof en wist hij in de gunst te komen van koningin Elisabeth. In Londen kwam hij ook in contact met zijn verre neef Jan Utenhove, protestantenleider aldaar, maar de beide heren lagen elkaar niet.
Bij de komst van de [[hertog van Parma]] vertrok hij opnieuw naar Duitsland, waar hij in het huwelijk trad met met Ursula van Flodorp tot Da(e)lenbroeck. Het gezin bleef kinderloos.
 
Bij de eerste berichten over de Beeldenstorm in de Nederlanden in 1566 reisde Karel naar zijn geboortestad. In september 1566 maakte hij in Aalter kennis met Catharina van Boetzelaer. Deze adellijke dame had een niet onbelangrijk aandeel gehad in de totstandkoming van het Eedverbond der Edelen en in de organisatie van calvinistische predicaties in het Gentse. Catharina was zopas weduwe geworden en Utenhove deed haar een dichterlijk huwelijksaanzoek, waarop ze niet inging. Het gedicht alsmede een acrostichon op de beginletters van haar naam zijn opgenomen in de hierna te noemen Xenia.
Karel Utenhove is een aanzienlijk geleerde geweest en een in zijn tijd beroemde latijnse dichter. De dichteres [[Johanna Otho]] begroette hem als ‘poeta laureatus’. Wij kennen van hem slechts één gedicht in het Nederlandsch. Het is een zang aangaande de echtverbintenis van zijn nicht (1560 of daaromtrent) met Adriaan Roethaert of Roothert. Een tijdlang is Utenhove ook de poëet geweest aan het hof van Willem, hertog van Kleef, die hij in gloedvolle verzen bezong als de stichter van een nieuwe gouden eeuw.
Over de [[Beeldenstorm]] schreef hij naar graaf [[Lodewijk van Nassau]]. Toen kort daarop de komst van de hertog van Alva elk uitzicht op godsdienstvrijheid wegnam, ging Karel terug naar zijn vader in Duitsland. In september 1567 reisde hij naar Bazel om er de reformator Heinrich Bullinger te ontmoeten. Hij verbleef vervolgens in Vriemersheim bij [[Düsseldorf]], waar ook zijn vader in ballingschap woonde. In Düsseldorf verbleef het Hof van hertog Willem van Kleef, die Utenhove in gloedvolle verzen bezong als de stichter van een nieuwe gouden eeuw bezong. In 1574 vertoefde hij aan de universiteit van Heidelberg.
 
Na de [[Pacificatie van Gent]] van 1576 keerde hij, samen met vier van zijn broers, naar Gent terug. Er zijn aanwijzingen dat het vooral hij was die de komst van prins [[Willem van Oranje]] in de stad op 18 Aug. 1579 bewerkstelligde. Twee dagen later werd hij door Willem in de plaats gesteld van de ambitieuze en extremistische [[Jan van Hembyze]] als voorschepen (of burgemeester) van de stad. Samen met zijn broers Nicolaas en Jacob speelde Karel een belangrijke rol in het hervormingsgezinde stadsbestuur. Toen in 1581 het radicalisme opnieuw de bovenhand kreeg, trok Karel zich terug in Keulen, maar toen in maart 1584 Van Hembyze werd afgezet kwam hij terug . Niet voor lang echter, want in juni, met in het voorzuitzicht de overname van de stad door de Hertog van Parma, vertrok hij weer naar Duitsland.
 
BijHij deverbleef komstweer vanaan dehet [[hertoghof van Parma]]Kleve vertrok hijin opnieuw naar Duitsland,Düsseldorf waar hij in het huwelijk trad met met Ursula van Flodorp tot Da(e)lenbroeck. Hij verhuisde vervolgens naar Keulen, waar hij zich wijdde aan studie en gedichten schrijven. Het gezin bleef kinderloos.
 
==Beoordeling==
 
Utenhove was in woord en daad een exponent van de Nederlandse geleerden die hun lot verbonden met dat van de Reformatie, maar daarin nooit radicale standpunten verkondigden en zich vér hielden van partijdige twisten. Hij toonde tijdens zijn burgemeesterschap van Gent veel openheid tegenover alle gezindten, met inbegrip van de gevreesde wederdopers, en dit deed zijn reputatie bij de andere protestanten geen deugd.
 
Karel Utenhove is een aanzienlijk geleerde geweest en een in zijn tijd beroemdebekende latijnse dichter. De dichteres [[Johanna Otho]] begroette hem als ‘poeta laureatus’. Wij kennen van hem slechts één gedicht in het Nederlandsch. Het is een zang aangaande de echtverbintenis van zijn nicht (1560 of daaromtrent) met Adriaan Roethaert of Roothert. Een tijdlang is Utenhove ook de poëet geweest aan het hof van Willem, hertog van Kleef, die hij in gloedvolle verzen bezong als de stichter van een nieuwe gouden eeuw.
Als dichter genoot hij bij zijn tijdgenoten een zekere faam. In het opschrift van een Latijns lied te zijner ere noemde zijn stadsgenote Johanna Ottho (dochter van zijn Gentse leermeester Jan Otho) hem ‘poeta laureatus’. Een andere poëtische dame, de Italiaanse dichteres Olympia Fulvia Morata (1526-1555), vond zijn gedichten belangrijk genoeg om er enige van op te nemen in haar ''Opera Omnia''. Veel gedichten schreef hij ter ere van vorsten, zo ter nagedachtenis aan Hendrik II, koning van Frankrijk (Epitaphium in mortem Henrici, 1560, in twaalf talen!), een verzameling van een 200-tal gedichten opgedragen aan koningin Elisabeth van Engeland (Xenia seu ad illustrium aliquot Europae hominum nomina allusionum liber primus, 1568), of zijn bedrijvigheid als hofpoëet van Willem, hertog van Kleef, die hij in gloedvolle verzen bezong als degene die de gouden tijd terugbracht. Veel energie stak hij ook in de vertalingen naar het Latijn van Griekse auteurs: de Hymnen van Callimachus, de Dionysische avonturen van Nonnus, niet minder dan 147 fabels van Aesopus (postuum verschenen in 1607).
 
De kwaliteit van Utenhoves dichtwerk wordt door literatuurhistorici niet hoog aangeslagen. Zijn berichten aan vrienden schreef hij zelden in proza, meestal in gezochte verzen. Hij was een echt taalfenomeen: hij kende Nederlands, Duits, Engels, Italiaans, Latijn, Grieks en Hebreeuws. Zijn oeuvre is tot op heden nooit grondig bestudeerd. Hetzelfde geldt voor de omvangrijke correspondentie met zijn humanistische vrienden, bewaard in de stadsbibliotheek van Hamburg, de universiteitsbibliotheek van Bazel en de Bayerische Staatsbibliothek te München.
 
==Werk==
Regel 21 ⟶ 35:
* Ph. BLOMMAERT, ''De Nederduitsche schryvers van Gent'', Gent, 1861
* A. WOLTERS, ''Konrad von Heresbach und der Clevische Hof zu seiner Zeit, Elberf., 1867
* Adam MELCHIOR, ''Vitae Germanorum philosophorum, qui seculo superiori, et quod excurrit, philosophicis ac humanioribus literis clari floruerunt, 1615.
* Paul BERGMANS, ''Deux amis de Roland de Lassus: les humanistes Charles Utenhove et Paul Melissus Schede'', in: Koninklijke Belgische Academie. Mededeelingen van de Afdeeling Schoone Kunsten, 1933.
* D.A. BRINKERINK, ''Utenhove, Karel'', in: Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, dl. 9 (1933), kol. 1149-1150
* Willem JANSSEN, ''Charles Utenhove : sa vie et son oeuvre'', 1939
* Johan DECAVELE, ''De dageraad van de Reformatie in Vlaanderen (1520-1565), Gent, 1975.
 
[[Categorie:Humanistische geleerde]]