Kloostergeloften: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Maiella (overleg | bijdragen)
k lf
tekstverbetering
Regel 1:
De '''kloostergeloften''' of '''religieuze geloften''' zijn de [[publiek]]epublieke [[geloften]] van [[armoede]], [[celibaat|zuiverheid]] en [[gehoorzaamheid]] die door [[kloosterling]]en en andere religieuzen in de [[Rooms-katholieke Kerk|katholieke Kerk]], de [[Anglicaanse Kerk]] en de [[Oosters-orthodoxe Kerk]] worden afgelegd. Ze drukken een volledige toewijding aan de dienst van [[God]] en van de naaste uit. De kloostergeloften beantwoorden aan de [[evangelische raden]].
 
== In de Katholieke Kerk ==
Regel 11:
Minimaal drie jaar na het afleggen van de tijdelijke geloften kan men de eeuwige geloften afleggen. Hierdoor wordt men permanent lid van een religieuze orde of congregatie.
 
=== Geloften inbij de [[Sociëteit van Jezus]]Jezuïeten ===
 
De [[jezuïeten]] van de [[Sociëteit van Jezus]] onderscheiden zich van andere orden en congregaties doordat zij direct na het tweejarige noviciaat de 3 eeuwige geloften (armoede, kuisheid en gehoorzaamheid) afleggen. Hierdoor bindt de jezuïet zich voor altijd met de Sociëteit.
Na het tertiaat (een derde noviciaatsjaar na ongeveer tien jaar) volgt de vierde gelofte , namelijk de gelofte van gehoorzaamheid aan de [[paus]]. Deze bijzondere gelofte maakt het in theorie mogelijk jezuïeten in te zetten op plaatsenelke plaats waar de [[bisschop]] van [[Rome (stad)|Rome]]paus dat nodig en nuttig acht. Hierdoor bindt de Sociëteit zich met de jezuïet en wordt de band dus wederkerig.
 
[[Categorie:christendom]]