Adriaan de Groot: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Weiner Kreis veranderd in Wiener Kreis
Regel 31:
 
== Werk ==
De Groot was een zeer veelzijdig man. In zijn werk heeft De Groot zich op drie gebieden gemanifesteerd: de [[cognitieve psychologie]], de [[methodologie|methodenleer]] van de [[sociale wetenschap]] en de [[onderwijskunde]]. Op al deze gebieden heeft De Groot baanbrekend werk verricht<ref> Mellenbergh en Hofstee (2006)</ref>. In het land van de alfa’s is, volgens De Humanist (2006), A.D. de Groot echter een vreemde eend in de bijt gebleven. Voor hem was [[psychologie]] geen slap gelul in oeverloze therapieën, maar een vak dat slechts kan bestaan bij de gratie van harde cijfers en statistieken. Dat hij talent had voor [[wiskunde]] heeft aan die opvatting ongetwijfeld bijgedragen. Maar De Groot had een wijde belangstelling, die veel verder ging dan de saaie theorie. Als een van de eersten in Nederland werd hij gegrepen door de [[logisch positivisme|logisch-positivistische]] ideeën van de [[WeinerWiener Kreis]], en misschien is hij ook wel de eerste Nederlander, die [[Karl Popper]] heeft ontmoet"<ref name = "DH 06"> [http://www.maxpam.nl/2006/09/het-denken-van-de-schaker/ "Het denken van den Schaker"], column in ''De Humanist'', september 2006</ref>.
 
Volgens [[Vittorio Busato]] was een wezenlijk uitgangspunt van De Groot de opvatting dat psychologen zich niet moeten beperken tot vrije speculatie – niet ongebruikelijk tot halverwege de vorige eeuw in de psychologie –, maar dat ze beweringen moeten staven. De ideeën daarover zette hij uiteen in de klassieker ''Methodologie''. Hele generaties studenten sociale wetenschappen in Nederland zijn opgevoed met zijn empirische cyclus: observatie, inductie, deductie, toetsen, evaluatie.