Guido Maertens: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Jeugdjaren en studies==
Maertens was de zoon van de provinciale ambtenaar Gustaaf Maertens en van Agnès Michielsens. Hij had een broer Ignace en een zus Lutgardis. Hij doorliep de lagere school in het Sint-Leocollege en de oude humaniora in het [[Sint-Lodewijkscollege]]. Hij deed vervolgens zijn intrede in het Brugse seminarie, waar hij de twee jaar filosofie en de vier jaar theologie doorliep. Hij behaalde tevens in [[Leuven]] het diploma van kandidaat in de geschiedenis en het licentiaat klassieke filologie (1956). Daarop bereidde hij zich voor op het doctoraat in wijsbegeerte en letteren dat hij in 1959 behaalde met een proefschrift getiteld: 'De dynamische innerlijkheidsleer van Augustinus'.
 
In 1953/54 had Guido Maertens te kampen met gezondheidsproblemen en moest hij verschillende maanden in de kliniek verblijven om van een longaandoening te genezen. Op 13 maart 1954 werd hij priester gewijd. In 1956-57 ging hij in het kader van zijn doctoraat, aan de [[Sorbonne]] studeren. Daarop werd hij leraar aan de normaalschool in [[Torhout]] (1957-1961), ondertussen zijn doctoraat verder voorbereidende. Het academisch jaar 1961/62 bracht hij door in [[Toronto]] ([[Canada]]) aan het Pontificaal Instituut voor Middeleeuwse Studies, waar onder meer professor [[Etienne Gilson]] doceerde.
Guido Maertens was de zoon van de provinciale ambtenaar Gustaaf Maertens en van Agnès Michielsens. Hij had een broer Ignace en een zus Lutgardis. Hij doorliep de lagere school in het Sint-Leocollege en de oude humaniora in het [[Sint-Lodewijkscollege]].
Hij deed vervolgens zijn intrede in het Brugse seminarie, waar hij de twee jaar filosofie en de vier jaar theologie doorliep. Hij behaalde tevens in [[Leuven]] het diploma van kandidaat in de geschiedenis en het licentiaat klassieke filologie (1956). Daarop bereidde hij zich voor op het doctoraat in wijsbegeerte en letteren dat hij in 1959 behaalde met een proefschrift getiteld: 'De dynamische innerlijkheidsleer van Augustinus'.
 
In 1953/54 had Guido Maertens te kampen met gezondheidsproblemen en moest hij verschillende maanden in de kliniek verblijven om van een longaandoening te genezen. Op 13 maart 1954 werd hij priester gewijd. In 1956-57 ging hij in het kader van zijn doctoraat, aan de [[Sorbonne]] studeren. Daarop werd hij leraar aan de normaalschool in [[Torhout]] (1957-1961), ondertussen zijn doctoraat verder voorbereidende. Het academisch jaar 1961/62 bracht hij door in [[Toronto]] ([[Canada]]) aan het Pontificaal Instituut voor Middeleeuwse Studies, waar onder meer professor [[Etienne Gilson]] doceerde.
 
==Vicerector in Leuven==
Bij zijn terugkeer, en terwijl hij als aalmoezenier deelnam aan een ziekenbedevaart naar Lourdes, werd in augustus 1962 zijn onverwachte benoeming aangekondigd. De organisatie en verdeling volgens taalgemeenschappen van de universiteit in Leuven was het voorwerp geweest van heel wat discussie. De onlangs benoemde rector, Mgr [[Albert Descamps]], ging over tot een doorgedreven splitsing van de unitaire structuur, waarbij alle functies (algemeen beheerder, vice-rector, enz) ontdubbeld werden. Guido Maertens was pas 33 en werd tot vicerector benoemd. Zijn collega aan Franstalige zijde werd Mgr [[Maurice De Vroede]]. Dezelfde dag van zijn benoeming tot vicerector werd Maertens erekanunnik van de Brugse kathedraal en huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus. Aangezien de Franstalige vicerector (die voordien in Rome had gewerkt) een Monseigneur was, kon men aan Vlaamse zijde niet achterblijven!
 
Bij zijn terugkeer, en terwijl hij als aalmoezenier deelnam aan een ziekenbedevaart naar Lourdes, werd in augustus 1962 zijn onverwachte benoeming aangekondigd. De organisatie en verdeling volgens taalgemeenschappen van de universiteit in Leuven was het voorwerp geweest van heel wat discussie. De onlangs benoemde rector, Mgr [[Albert Descamps]], ging over tot een doorgedreven splitsing van de unitaire structuur, waarbij alle functies (algemeen beheerder, vice-rector, enz) ontdubbeld werden. Guido Maertens was pas 33 en werd tot vicerector benoemd. Zijn collega aan Franstalige zijde werd Mgr [[Maurice De Vroede]]. Dezelfde dag van zijn benoeming tot vicerector werd Maertens erekanunnik van de Brugse kathedraal en huisprelaat van Zijne Heiligheid de Paus. Aangezien de Franstalige vicerector (die voordien in Rome had gewerkt) een Monseigneur was, kon men aan Vlaamse zijde niet achterblijven!
 
Was de functie van vicerector in Leuven nooit een sinecure, dan werd ze in de jaren zestig een heel zware opgave. In die jaren werd de studentenbevolking mondiger en eiste méér inspraak in het reilen en zeilen van hun Alma Mater. Het waren ook de woelige jaren die zouden leiden tot de splitsing van de universiteit en het vertrek uit Leuven van de Franstalige afdeling, die in [[Louvain-la-Neuve]] een volledige nieuwe zelfstandige universiteit tot stand bracht. Voor het zo ver was, waren er verschillende jaren van onrust en demonstraties geweest, waarbij de vicerector naar best vermogen de orde en tucht moest zien te bewaren, zonder de gemoederen door te strenge maatregelen nog verder op te hitsen.
 
Later heeft Guidohaalde Maertens vaak in allerlei publicaties herinneringen opgehaaldop aan de studentenrevoltes en aan de versnelde evolutie die toen de samenleving aangreep. Hij had drie conclusies bereikt die zijn handelen bepaalden binnen zijn Alma Mater: haar unitair karakter was onhoudbaar geworden, haar katholiek karakter was aan herdefiniëring toe en haar autoritaire structuur moest wijken voor een participatieve. In de onvermijdelijke evolutie en aan de beslissingen die moesten genomen worden heeft Maertens een substantiële bijdrage geleverd.
 
Vanuit zijn bestuurlijke zowel als professorale functies onderhield Maertens talrijke internationale contacten en bezocht hij universiteiten in heel wat landen (Europa, Noord- Centraal- en Zuid-America, Japan, enz). De contacten gaven aanleiding tot allerhande uitwisselingen en initiatieven. Zo was Guido Maertens de promotor voor het eredoctoraat dat op 2 Februari 1980 werd verleend aan [[Óscar Romero]], aartsbisschop van [[El Salvador]], zes weken voor hij vermoord werd.
 
==Rector in Kortrijk==
Na tien jaar vicerectoraat werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. In 1965 had Leuven de vergunning gekregen om in [[Kortrijk]] een campus op te richten waar enkele candidaturen zouden worden onderwezen. De afdeling kwam moeizaam van de grond en de rector van Leuven, [[Pieter De Somer]], besliste in 1971 dat Mgr. Guido Maertens de aangewezen man was om de jonge campus uit te bouwen. Twintig jaar lang, tot eind juli 1991, zou hij hieraan zijn beste krachten wijden. De opdracht was niet simpel. Met een handvol residerende pioniers, aangevuld met een brede schare 'pendelaars' uit Leuven, slaagde hij erin voor deze campus een eigen plaats te creëren in het universitaire landschap.
 
Na tien jaar vicerectoraat werd het tijd voor een nieuwe uitdaging. In 1965 had Leuven de vergunning gekregen om in [[Kortrijk]] een campus op te richten waar enkele candidaturen zouden worden onderwezen. De afdeling kwam moeizaam van de grond en de rector van Leuven, [[Pieter De Somer]], besliste in 1971 dat Mgr. Guido Maertens de aangewezen man was om de jonge campus uit te bouwen. Twintig jaar lang, tot eind juli 1991, zou hij hieraan zijn beste krachten wijden. De opdracht was niet simpel. Met een handvol residerende pioniers, aangevuld met een brede schare 'pendelaars' uit Leuven, slaagde hij erin voor deze campus een eigen plaats te creëren in het universitaire landschap.
 
Het vertrek naar Kortrijk betekende geen breuk met Leuven, aangezien Maertens lid bleef van de leidende organen: de Raad van Beheer, de Academische Raad en het Bureau van deze Raad. Op die wijze kon hij ten beste de belangen en noden van de nieuwe afdeling behartigen binnen het algemene kader.
 
Nadat hij 19negentien jaar rector van de KULAK was geweest (1971 - 1991$, werd Mgr. Guido Maertens opgevolgd door de professoren [[Frans Van Cauwelaert de Wyels]] (1991), [[Vic Nachtergaele]] (1992 - 1996), [[Marcel Joniau]] (1996-2001), [[Piet Vanden Abeele]] (2001-2009) en [[Jan Beirlant]] (vanaf 2009).
 
==Hoogleraar==
 
Maertens was niet alleen organisatorisch aan de universiteit verbonden. Hij werd ook benoemd tot voltijdse hoogleraar en bleef dit tot aan zijn emeritaat in 1994. Hij doceerde 'Geschiedenis van de antieke Wijsbegeerte' en 'Ethiek' aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven. Aan de campus Kortrijk gaf hij 'Ethiek' aan de studenten Rechten en Letteren en 'Medische ethiek' aan de studenten Geneeskunde. Hij stond ook mee aan de wieg van het 'Overlegcentrum voor Ethiek' en van het driemaandelijks tijdschrift 'Ethische Perspectieven'.
 
Regel 35 ⟶ 30:
 
==Levenseinde==
 
In 1993 werd hem in Kortrijk de 'Groeningeprijs' toegekend voor zijn verdiensten als uitbouwer van de Kortrijkse universiteit. In zijn geboortestad Brugge verleende de vereniging '[[Bruggelingen buiten Brugge]]' hem in 1994 zijn '[[Maurits-Sabbeprijs]]'. Hij was anderzijds ook Commandeur in de [[Orde van het Heilig Graf]] van [[Jeruzalem]].
 
Na zijn emeritaat bleef Maertens actief met het geven van conferenties en het schrijven van artikels. Hij hield vooral het contact met tientallen families voor wie hij als een soort pastoor-zonder-parochie optrad en officieerde bij dopen, huwelijken of uitvaarten, terwijl hij bij problemen met raad en daad ter beschikking stond. Hij ondersteunde initiatieven zoals de Universiteit van de Derde Leeftijd, Probus en andere. Vriendschap, convivialiteit, de genoegens van het samenzijn, stonden bij hem hoog aangeschreven.
Na zijn emeritaat bleef Guido Maertens actief met het geven van conferenties en het schrijven van artikels.
Hij hield vooral het contact met tientallen families voor wie hij als een soort pastoor-zonder-parochie optrad en officieerde bij dopen, huwelijken of uitvaarten, terwijl hij bij problemen met raad en daad ter beschikking stond. Hij ondersteunde initiatieven zoals de Universiteit van de Derde Leeftijd, Probus en andere. Vriendschap, convivialiteit, de genoegens van het samenzijn, stonden bij hem hoog aangeschreven.
 
Begin 2002 deelde hij terloops aan zijn vrienden mee dat hij kanker had en nog maar enkele maanden te leven had. Hij spande zich niettemin in om de ziekte te overwinnengenezen, maar moestbesefte dandat tochde vaststellenziekte dathem hij dete strijdmachtig verloorwas. Hij bracht zijn laatste levensdagen biddend en lezend door in de Heilig-Hartkliniek in Roeselare, waar hij rustig in zijn slaap overleed. Enkele dagen later werd hem in Kortrijk een prinselijke uitvaart voorbehouden. Hij werd begraven op het Kortrijkse Sint-Janskerkhof.
 
==Publicaties==