Patrice de Coninck: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
 
'''Patrice Charles Ghislain de Coninck''' ([[Brugge]], [[19 november]] [[1770]] - [[22 mei]] [[1827]]) was een Zuid-Nederlandse [[jurist]]. HijTijdens washet inFranse keizerrijk doorliep hij een actieve prefectorale loopbaan. In [[1815]] was hij lid van de [[Grondwet]]scommissie en speelde een belangrijke rol bij de instelling van de [[Eerste Kamer der Staten-Generaal|Eerste Kamer]]. Nadien werd hij [[gouverneur]] van de [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden|Nederlandse]] provincie [[Oost-Vlaanderen]], in [[1817]] [[minister]] van [[Binnenlandse Zaken]] en in [[1825]] van [[Buitenlandse zaken]] onder [[Willem I der Nederlanden|Willem I]].
 
==Familiale gegevens==
De Coninck was de postume zoon van Baudouin de Coninck (†1770) en Marie-Amelie van Zuylen van Nyevelt (1748-1830). De moeder hertrouwde met Joseph de Colnet de Gloriette (1744-1818). De Coninck trouwde in 1797 met Françoise-Augustine van Outryve (1777-1837). Het huwelijk vond plaats tegen de wil van haar vader. De Coninck bracht immers weinig [[bestaansmiddelen]] mee, terwijl de enige dochter van [[Jean-Jacques van Outryve]], heer van Merckem, rijk was en veel in erfdeel te verwachten had.
 
DePatrice de Coninck was de postume zoon van Baudouin de Coninck (†1770) en van Marie-Amelie van Zuylen van Nyevelt (1748-1830). De moeder hertrouwde met Joseph de Colnet de Gloriette (1744-1818). DePatrice de Coninck trouwde in 1797 met Françoise-Augustine van Outryve (1777-1837). Het huwelijk vond plaats tegen de wil van haar vader. DePatrice de Coninck bracht immers weinig [[bestaansmiddelen]] mee, terwijl de enige dochter van [[Jean-Jacques van Outryve]], heer van Merckem, rijk was en veel in erfdeel te verwachten had.
In 1810 werd De Coninck tot baron d'empire verheven, maar hij liet na de open brieven te lichten. In [[1816]] werd hij in de adelstand van het [[Verenigd Koninkrijk]] opgenomen met de titel van ridder. Zijn kleinzonen Charles en Gustave de Coninck verwierven de baronstitel in [[1875]] en mochten vanaf [[1884]] 'de Merckem' aan hun familienaam toevoegen, met retroactie op hun vader Theodore (1807-1855), de enige zoon van Patrice. Deze naamuitbreiding was daarom nooit op De Coninck zelf van toepassing.
 
In 1810 werd Dede Coninck tot baron d'empire verheven, maar hij liet na de open brieven te lichten. In [[1816]] werd hij in de adelstand van het [[Verenigd Koninkrijk]] opgenomen met de titel van ridder. Zijn kleinzonen Charles en Gustave de Coninck verwierven de baronstitel in [[1875]] en mochten vanaf [[1884]] 'de Merckem' aan hun familienaam toevoegen, met retroactie op hun vader Theodore (1807-1855), de enige zoon van Patrice. Deze naamuitbreiding wasis daaromdus nooit op DePatrice de Coninck zelf vantoepasselijk toepassinggeweest.
Theodore de Coninck trouwde met Marie-Thérèse Everaerd. Via hun zoon Charles de Coninck de Merckem (1836-1896), burgemeester van [[Merkem]], volksvertegenwoordiger, senator, kwamen er een aanzienlijk aantal nakomelingen van De Coninck, hoewel relatief weinig naamdragers.
 
Theodore de Coninck trouwde met Marie-Thérèse Everaerd. Via hun zoon Charles de Coninck de Merckem (1836-1896), burgemeester van [[Merkem]], volksvertegenwoordiger, senator, kwamenzijn er eentot aanzienlijkop aantalheden heel wat nakomelingen van DePatrice de Coninck, hoewel relatief weinig naamdragers.
 
== Loopbaan ==
* rechtenstudies in [[Leuven]] en [[Keulen]]
* [[advocaat (beroep)|advocaat]] te [[Brugge]]
*lid prefectorale raad departement van de [[Leie]]
*[[prefect (Frankrijk)|prefect]] lid prefectorale raad departement van de [[AinLeie]], van 1802 tot 1805
* [[prefect (Frankrijk)|prefect]] departement [[JemappesAin]], 1802-1805
* prefect departement [[Jemappes]], 1805-1810
* staatsraad (maître des requêtes au Conseil d'Etat)
*prefect departement Monden van de [[Schelde (rivier)|Schelde]], van 10 mei 1810 tot 10 januari 1811
* prefect departement Monden van de [[ElbeSchelde (rivier)|Schelde]], vanafvan 10 mei 1810 tot 10 januari 1811
* prefect departement Monden van de [[Schelde (rivier)|ScheldeElbe]], van 10 mei 1810 totvanaf 10 januari 1811
Volgens een verhaal zou de Coninck, bij de inname van [[Hamburg]] door de vijandelijke troepen, door paniek gegrepen zijn en zich willen verhangen hebben. Hij mislukte echter in zijn wanhoopsdaad.
* lid en rapporteur [[Grondwetscommissie]], van 22 april 1815 tot augustus 1815
* [[Gouverneur]] van [[Oost-Vlaanderen]], van 15 september 1815 tot 21 februari 1817
*curator lid van het college van curatoron van de Universiteit in [[Gent]] (1822)
* [[minister van Binnenlandse Zaken]], van 21 februari 1817 tot 1 januari 1820
* minister van Binnenlandse Zaken, [[Waterstaat]] en Publieke Werken, van 1 januari 1820 tot 30 maart 1824
* minister van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Waterstaat, van 30 maart 1824 tot 5 april 1825
* minister van Binnenlandse Zaken, van 5 april 1825 tot 19 juni 1825
Er is een verhaal, dat ook geciteerd wordt op de website 'Parlement en Politiek' als zou de koning hem lui en grof gevonden hebben, en hem daarom gepromoveerd hebben naar [[Buitenlandse Zaken]]. Was dit wel juist? Een minister waar men een lage dunk over had bevorderen naar de meest prestigieuze onder de ministerposten, is nauwelijks als een te verwachten reactie te beschouwen. Ook de eervolle bevordering tot Minister van Staat van de terminaal zieke de Coninck lijkt niet in overeenstemming met dit verhaal.
* [[minister van Buitenlandse Zaken]], van 23 juni 1825 tot 1 december 1825
Einde 1825 werd de Coninck ernstig ziek. Hij keerde naar Brugge terug, waar hij de laatste maanden van zijn leven doorbracht en er op zeven en vijtigjarige leeftijd overleed.
* minister van Staat, 1826-1827
 
==Literatuur==
 
* ''Biographie Universelle'' (1843)
* M. SIEGENBEEK, ''Levensbericht van P.C.G. baron de Coninck'', in: Handelingen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1827