Wala van Corbie: verschil tussen versies

'''Wala van Corbie''' (rond. [[755]] - [[31 augustus]] [[836]] in [[Bobbio]]) was de zoon van [[Bernard (Karolingen)|Bernard]], een zoon van [[Karel Martel]] en een Saksische vrouw. Wala was een van belangrijkste adviseurs van zijn neef [[Karel de Grote]], diens zoon [[Lodewijk de Vrome]] en zijn zoon [[Lotharius I]]. Hij was gehuwd met [[Rothlindis]], een dochter van Sint-[[Willem met de Hoorn]], een legendarische middeleeuwse persoon. Hij was hertog van [[Aquitanië]], graaf van [[Toulouse]] en ook de eerste graaf van [[Orange]]. Wala was graaf van [[Saksen]] en werd in het jaar 811 benoemd als [[paltsgraaf]]. Na het overlijden van zijn vrouw Rothlindis en als onderdeel van een zuivering van het paleis van rivalen en medestanders werd hij in 814 door Lodewijk de Vrome.<ref>McKitterick, 134.</ref> gedwongen om tot de [[Abdij van Corbie]] toe te treden. In 816 kregen hij en zijn broer [[Adalardus]] de verantwoordelijkheid van de organisatie van het beheer van het klooster van [[Herford]]. Deze was kort daarvoor, door een beslissing van de [[Raad van Aken]] overgegaan in handen van Lodewijk de Vrome.<ref>McKitterick, 118.</ref> In de twintiger jaren van de zevende eeuw was Wala uitgegroeid tot een sterke tegenstander van de koninklijke/keizerlijke controle van de kerk [[beneficiën]].<ref>McKitterick, 122.</ref>


In het jaar 822 was hij echter terug aan het hof en werd hij benoemd als een concillor (wethouder). Volgens [[Paschasius Radbertus]], Wala beweerde een keer dat het "leger van geestelijken" (dwz kapelaans), Woonachtig op de Paleis van Aken (en misschien ambulante met de keizer) diende alleen voor persoonlijk gewin en geen vormen een legitieme kerkelijke instelling.<ref>McKitterick, 85.</ref> In 831 Wala verliet Corbie, in 834 werd hij abt van Bobbio.