Kerkvorst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k tagfix
AGL (overleg | bijdragen)
links
Regel 3:
*Hoge geestelijken in de [[christendom|christelijke Kerken]].
 
De kerkvorsten in hun oorspronkelijk betekenis waren de [[priester|geestelijken]] die een van de vele [[hertog|hertogdommenhertogdom]]men en graafschappen[[graafschap]]pen in het [[Duitse Rijk|Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie]] bestuurden. Zij oefenden behalve geestelijke macht ook wereldlijke macht uit. Vóór de [[Vrede van Westfalen]] in [[1648]] waren deze vorsten allen [[Rooms-katholieke Kerk|katholiek]],; Tussentussen 1648 en 1806 waren sommigen, zoals de [[Lijst van bisschoppen van Osnabrück|bisschop van [[Osnabrück]], afwisselend katholiek en [[protestant]].
 
De kerkvorsten waren binnen de katholieke Kerk [[aartsbisschop]], [[bisschop]], [[Abt (abdij)|abt]], [[Abtof (abdij)|abdis]] ( als in [[Abdij van Thorn|Thorn]]) of verzameld in een [[rijksonmiddellijk]] [[kapittel]] van [[Kanunnik|kanunnikenkanunnik]]en.<br>
Det leverde dus titels als "vorst-bisschop" of "vorst-atabt" op. Ook de term [[prins-bisschop]] kwam voor, speciaalvooral in de Nederlanden voor het [[Sticht Utrecht|Sticht Utrecht]], het [[prinsbisdom Luik]] en het [[prinsbisdom LuikMünster]].
 
Daarnaast worden ook in algemene zin de hoogste geestelijken wel "kerkvorsten" genoemd omdat zij de kerk ook werkelijk regeren. [[Kardinaal (geestelijke)|kardinalen]] zijn ook werkelijke prinsen. Zij zijn ''[[Prins|prinsen]]'' van het pauselijke hof en worden overal erkend als prinsen die in het [[protocol]] van de [[diplomatie]] direct na de zonen van een [[Koning (titel)|koning]] komen.
 
[[Categorie:Adel]]