Nederlandsche Oost Compagnie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
cat
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De '''Nederlandsche Oost Compagnie''' (NOC, ook wel geschreven als '''Nederlandsche Oostcompagnie''') was een [[Nationaalsocialisme|nationaalsocialistische]] organisatie die tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] op 6 juni 1942 in Den Haag werd opgezet door [[Meinoud Rost van Tonningen]] met deelname van [[de Nederlandsche Bank]]. Hiermee wilde hij Nederlandse koloniën stichten in door de Duitsers veroverde gebieden, waarbij de organisatie zichzelf zag als voortzetter van de traditie van de [[Vereenigde Oost-Indische Compagnie|VOC]]. Dit zou moeten worden gecoördineerd door koloniale [[Handelshuis|handelshuizen]]. Deze waren door de oorlog afgesneden van hun eigenlijke handelsgebied in [[Nederlands-Indië]] en hadden ervaring met de manier van werken. Het succes was echter beperkt doordat er niet veel enthousiasme was voor het initiatief van Rost van Tonningen. Wel werkten enkele honderden Nederlandse ''[[SS-Frontarbeiter]]'' — veelal met een [[Nationaal-Socialistische Beweging|NSB]]-achtergrond of pro-Duits, maar ook gedwongen vanuit de [[Arbeitseinsatz]] — in onder meer [[Oekraïne]] als boer, baggeraar, bouwvakker, turfsteker of grondwerker. In het najaar van 1943 trok Duitsland zich terug uit Oekraïne en werd de aandacht verlegd naar de [[Baltische Staten]]. Toen in de loop van 1944 de gebieden door de Russen werden bezet, trokken de Hollandse emigranten noodgedwongen naar Duitsland.
 
Een dochteronderneming was de op 11 januari 1943 opgerichtteopgerichte Nederlandsche Oostbouw (NOB), een [[aannemer]]sbedrijf waarover [[Pieter Schelte Heerema]] eerst de leiding had. Het grootste deel van de naar het oosten gestuurde arbeiders werkte voor de NOB. De vrijwilligers werkten veelal voor bedrijven onder die aangestuurd werden door de NOB, terwijl de gedwongen arbeiders van de Arbeidsinzet veelal direct voor de NOB werkten.
 
Andere dochterondernemingen waren de Nederlandsche Oostvisscherij, de Nederlandsche Oostbagger, de Nederlandsche Oostbaksteen, de Nederlandsche Oostrederij en de Nederlandsche Oost Handel Maatschappij.