Natuurlijke historie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hans B. (overleg | bijdragen)
Hans B. (overleg | bijdragen)
Regel 22:
Er zijn musea die zich hebben gespecialiseerd in de natuurlijke historie. Deze natuurhistorische musea hebben collecties dieren, planten, mineralen en fossielen. Behalve deze aan het publiek te tonen proberen ze meestal ook aan de hand van hun collecties voorlichting over de werking van de natuur te geven. Natuurhistorische musea verrichten ook vaak onderzoek, waarover in wetenschappelijke tijdschriften wordt gepubliceerd.
 
Een aantal bekende natuurhistorische musea zijn het [[Natural History Museum]] in Londen, het [[Naturhistoriska riksmuseet]] in Stockholm, het [[Museum für Naturkunde]] in Berlijn, de [[California Academy of Sciences]] in San Francisco, het [[Harvard Museum of Natural History]] in Cambridge (Massachusetts), het Smithsonian [[National Museum of Natural History]] in Washington D.C., het [[Musée national d'histoire naturelle]] in Luxemburg, het [[Muséum national d'histoire naturelle]] in Parijs, het [[Royal Ontario Museum]] in Toronto, het [[CandianCanadian Museum of Nature]] in Ottawa, het [[Arizona-Sonora Desert Museum]] in Pima County (Arizona) en het [[American Museum of Natural History]] in New York City. In Nederland zijn het [[Zoölogisch Museum Amsterdam]], het [[Natuurhistorisch Museum Rotterdam]] en [[Naturalis]] in Leiden bekende natuurhistorisch musea. Het [[Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen]] is een natuurhistorisch museum in Brussel.
 
Natuurhistorische musea ontstonden vaak uit privécollecties of [[naturaliënkabinet]]ten. Ze speelden en spelen een belangrijke rol bij biologisch, paleontologisch en mineralogisch onderzoek en onderwijs. Vanaf de 19<sup>e</sup> eeuw begonnen onderzoekers de collecties van de musea te gebruiken als studiemateriaal voor gevorderde studenten en als basis voor onderzoek.