Wet op de dividendbelasting 1965: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
k Botgeholpen doorverwijzing: Inspecteur - Verwijzing(en) gewijzigd naar belastinginspecteur |
||
Regel 68:
== Wijze van heffing ==
In hoofdstuk IV van de Wet DB 1965 staat beschreven dat de dividendbelasting wordt geheven door inhouding op de opbrengst. Dit betekent dat de vennootschap die de opbrengst verschuldigd is, de belasting op de opbrengst moet inhouden op het moment dat de opbrengst door de vennootschap aan de belastingplichtige ter beschikking wordt gesteld. De vennootschap moet de belasting na het doen van een [[aangifte]] zelfstandig aan de [[belastingdienst]] afdragen. De [[
Hoewel degene die tot de opbrengst gerechtigd is, volgens de wet de belastingplichtige is, betaalt de vennootschap die de opbrengst verschuldigd is, feitelijk de verschuldigde belasting. De vennootschap doet dit als zogenoemde [[inhoudingsplichtige]] echter namens de belastingplichtige.
|