Maaswerk: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
+plaatje |
wat extra tekst |
||
Regel 2:
[[Afbeelding:Traceringen Domkerk.JPG|thumb|Maaswerk in twee vensters van de [[Dom van Utrecht|Domkerk]] te [[Utrecht (stad)|Utrecht]]]]
'''Maaswerk''', '''traceerwerk''' of '''tracering''' is de stenen versiering in geometrische patronen in het boogveld van [[gotiek|gotische]] vensters en nissen. Soms is ook een muurvlak van maaswerk voorzien, bijvoorbeeld de topgevel boven een gotisch venster. Ook op luchtbogen en spitsen komt men dit ''a-jour'' traceerwerk tegen
Men onderscheidt in raamtraceringen:
* Ronde pas: een rond maaswerk
* Driepas: klaverbladvormig (rond) of met drie puntig toelopende passen
* Vierpas: idem als driepas, maar met vier eindvormen
* Veelpas: idem als vierpas maar nu met meerdere eindvormen
* Visblaas: ronde tracering aan één kant puntig toelopend
Na ongeveer [[1100]] begint men het raamwerk te verdelen, aanvankelijk met smalle lancetbogen, maar al vrij snel verschijnen in de overgangstijd van het [[romaans]]e naar het [[gotisch]]e, meer traceerwerk. Eerst geometrisch, dan kruisend, netvormig en kromlijnig. De ramen worden tegelijkertijd groter en voorzien van decoraties (glas in lood). In het laatgotische en [[renaissance]] (Engeland: [[perpendiculair]]) bouwtijdperk wordt het maaswerk echt fijn en lijkt het op kantwerk in steen vertaald.
{{Onderdelenkruiskerk}}
[[Categorie:Onderdeel kerkgebouw]]
[[Categorie:Beeldhouwkunst]]
[[ca:Traceria]]
|