Slag bij Neerwinden (1693): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
niet een oorlog
k De kerk van Neerhespen werd in 1773 heropgebouwd, de kanonskogel dateert van de tweede slag van Neerwinden en niet de eerste!
Regel 2:
 
In de eerste slag bij Neerwinden speelde de Kleine Gete tussen de dorpen Eliksem en Neerhespen een belangrijke rol. (29 juli 1693).
Koning en stadhouder Willem III had zijn hoofdkwartier opgeslagen nabij de brug te Overhespen in een zeer vervallen woning. Zijn troepenmacht van 50.000 man lag op de hoogten tussen Neerwinden, de Neerhespische Berg en Neerlanden, uitkijkend naar de Fransen, ca. 80.000 man sterk, die oprukten vanuit Landen. De legerstaf van de Liga achtte zijn opstelling, met een weidse blik op de vallei van Landen, en de rivier in de rug, als uitermate veilig, in zoverre zelfs dat op de avond voor de slag werd voorgesteld alle zeven bruggen over de Gete te vernielen, om de manschappen duidelijk te maken hoe zeker ze van de toestand waren. Dit werd afgewezen door Willem III, die zelf naast een brug gelegerd was, en niet zo zeker was van zijn gunstige positie (en met reden).
 
In de kerk van [[Neerhespen]], de Sint-Mauritiuskerk, bevindt zich nog steeds een kanonskogel in het midden van de kerkmuur. Een herdenkingsplaat op de gevel verwijst naar de historische veldslag. De plaat geeft echter abusievelijk het jaartal van de [[Tweede slag bij Neerwinden]] aan: 1793 in plaats van 1693.
 
Om drie uur in de namiddag, na herhaaldelijk afgeslagen aanvallen, braken de Fransen te Neerwinden ter hoogte van de Kruiskapel door de versperringen, en op de weidse hoogvlakte van [[Wange]] en Hespen speelden zich de afgrijselijkste tonelen af: het grootste cavaleriegevecht van de eeuw. De Kleine Gete kon de stroom vluchtende soldaten niet verwerken en met honderden werden ze door de Fransen vertrapt in de zompige weiden of verdronken ze in de rivier.