Schönburg (geslacht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Saksen - Link(s) veranderd naar Keurvorstendom Saksen
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
 
==Geschiedenis tot de deling van 1534==
De graven van Schönburg waren oorspronkelijk waarschijnlijk afkomstig van Schönburg bij [[Naumburg (Saale)|Naumburg]]. Omstreeks 1170 verwierven ze hun hoofdzetel [[Glauchau]], waar ze de heerlijkheden Glauchau en [[Lichtenstein/Sa.|Lichtenstein]] vormden. Later werd dit gebied uitgebreid met de heerlijkehden Merane (vermoedelijk omstreeks 1300) en [[Waldenburg (Saksen)|Waldenburg]] (1375/78). In 1406/39 werd het graafschap [[Hartenstein (Saksen)|Hartenstein]] gekocht van het burggraafschap Meissen. Op 3 juli 1442 vond de belening plaats met het graafachapgraafschap Hartenstein door het keurvorstendom Saksen.
 
Na de dood van Ernst III in 1534 deelden zjn drie zonen het bezit:
Regel 26:
 
De heerlijkheid Stein werd in 1700 afgesplitst van de heerlijkheid Hartenstein.
In 1740 waren de graven gedwongen een Recesreces met het keurvorstendom Saksen te sluiten, waardoor de gebieden van Schönborn onder de landshoogheid van Saksen kwamen. Dit was dus eigenlijk het einde van de zelfstandigheid. In 1768 poogde graaf Albrecht Christiaan Ernst, heer van Hinterglauchau (uit de Niedere Linie) van Saksen los te komen. Dit had enig succes, want de rijkshofraad verklaarde het reces van 1740 ongeldig. De aanwezige leenband met Bohemen speelde ook een rol bij het onafhankelijk blijven van Saksen. De [[vrede van Teschen]] van 13 mei 1779 liet deze factor verdwijnen: Oostenrijk werd gedwongen de Boheemse leenrechten over Glauchau, Waldenburg en Lichtenstein aan Saksen af te staan.
 
In 1786 waren alle bezittingen van de Obere Linie weer herenigd onder Otto Karel Frederik. Hij werd op 9 oktober 1790 verheven tot rijksvorst van Schönborn. Hij voerde de titels: vorst van Schönborn, graaf en heer te Glauchau en Hartenstein, te Oelsnitz, Gauernitz, Reichenbach, etc.
Regel 44:
Tot in de negentiende eeuw wist de familie bijzondere rechten te behouden. Het Erläuterungsrezess van 1835 perkte de rechten wel verder in, maar de familie hield nog steed privileges. In het revolutiejaar 1848 was er dan ook onrust in de landen van Schönburg. Op 5 april brandde het slot te Waldenburg door toedoen van opstandelingen af. Pas in 1878 ging er in Schönburg hetzelfde recht gelden als in de rest van het koninkrijk Saksen.
 
[[Categorie:historisch land in Duitsland]]
[[Categorie:Duits adellijk huis]]