Niet-dispersieve infraroodsensor: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Werking==
de belangrijkste componenten zijn een [[infrarood|infrarode]]e bron (lamp), een monsterkamer, een [[golflengte]] filter, en de infrarood ontvangerinfraroodontvanger. Het gas wordt in de monsterkamer gepompt, de infrarode bron is zo opgesteld dat deze door de monsterkamer heen schijnt in de richting van de ontvanger. Het monster filtert bepaalde golflengten infrarood licht uit, afhankelijk van de samenstelling. Als meer van een bepaald gas in de monsterkamer zit wordt van een bepaalde golflengte dus meer licht uitgefilterd. Als het licht het einde van de monsterkamer heeft bereikt wordt het door een filter geleid dat alleen de golflengte van het te analyseren gas doorlaat. zodoende kan aan de hand van de door de ontvanger gemeten hoeveelheid licht worden bepaald hoeveel er van een bepaald soort gas aanwezig is. Normaal gesproken worden de te analyseren gassen zo gekozen dat de meting van het ene gas niet de meting van het andere gas beinvloedt door overlapping van de geabsorbeerde golflengten.
 
Omdat de meeste gassen golflengten in het infrarode gebied goed absorberen is het vaaknodig om te compenseren voor interferentie. bijvoorbeeld, [[kooldioxide|CO<sub>2</sub>]] en [[water (molecuul)|H<sub>2</sub>O]] zorgen vaak vooreen overlapmet andere te analyseren gassen. . Mocht dit voorkomen dan dan kan bijvoorbeeld een een van de gassen geabsorbeerd worden in een scrubber en de andere worden geanalyseerd.