Dodemansknop: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Treinen: overgenomen uit Noodrem
Regel 10:
De term dodemansknop wordt ook gebruikt voor systemen in de cabine van de machinist van [[trein]]en, [[metro (vervoermiddel)|metro's]] of andere voertuigen en machines waarmee automatisch de aandrijving wordt uitgeschakeld als de machinist geen kracht meer op deze knop (of hefboom, pedaal of dergelijke) uitoefent. In sommige treinstellen is dit beveiligingssysteem uitgevoerd als een pedaal, maar het is al eens voorgekomen dat een machinist die een [[hartinfarct]] kreeg toch met zijn voet op het pedaal bleef drukken{{ref|hartinfarct}}. In oude treinstellen was de 'dodemansknop' een soort hefboom, waar de machinist handig zijn tas met [[lunch]]voorzieningen aan kon hangen, waarmee het idee dan ook weer teniet werd gedaan - ook dat systeem is dus niet ''[[foolproof]]''. Tegenwoordig gebruikt men daarom de zogenaamde "intermitterende dodemansknop", waar de treinbestuurder regelmatig de dodemansknop moet loslaten. Gebeurt dit niet, dan wordt automatisch een snelremming ingezet. Omdat het hier echter om intervallen van een minuut gaat, kan het gebeuren dat de trein nog geruime tijd doorrijdt voordat de snelremming wordt ingezet. De specifieke variant van dit systeem in [[Duitse]] treinen is de [[Sifa]] (''Sicherheitsfahrschaltung'').
 
Op het [[Infrabel]]-net wordt het [[Memor]]-systeem gebruikt, waarbij de treinbestuurder op een knop moet drukken als de trein een [[spoorwegsein|sein]] voorbijrijdt waarop één of meerdere gele lampen branden. Gebeurt dit niet binnen een bepaalde tijd (maximale tijd verschilt per type), volgt een noodremming.
Het passagiersgdeelte van treinen, trams en metro's is vaak voorzien van [[noodrem]]men en/of [[noodknop]]pen om in noodgevallen het voertuig (al dan niet direct) te kunnen laten stoppen.
 
Een dodemansknop als die van de treinmachinist wordt gebruikt bij veel voertuigen in de logistiek, zoals in een [[hoogbouwtruck]]. Deze moet te allen tijde met één voet worden ingedrukt om het voertuig te besturen. Daarnaast dienen beide handen in contact te staan met het bedieningspaneel, hetgeen gecontroleerd wordt door het voertuig enkel te laten werken wanneer aan beide zijden van het paneel minimaal één bedieningsknop of -hendel is ingedrukt. Bij nieuwere voertuigen worden ook wel warmtesensoren gebuikt voor deze controle.