Na vijf jaar absentie streek het wereldkampioenschap rally weer neer in Polen; het evenement gekenmerkt door de razendsnelle onverhard klassementsproeven. Sébastien Ogier was dit keer vanaf de kop aan het tempo aan het bepalen, maar had in dit geval aan teamgenoot Andreas Mikkelsen een zware kluif; de twee wisselden tot vier keer toe de leiding in de rally met elkaar af. Ogier consolideerde uiteindelijk naar opnieuw een overwinning toe, op het moment dat Mikkelsen door rem problemen de aansluiting definitief verloor, maar toch verdienstelijk als tweede zou eindigen. Jari-Matti Latvala was de aansluiting aan het begin van de wedstrijd al kwijt en dit werd niet geholpen toen hij ook nog zijn ophanging brak. Een reeks snelste tijden in het slot van de rally zag hem nog nipt een vijfde plaats pikken van Juho Hänninen, wiens Hyundai-teamgenoot Thierry Neuville het podium na een gedegen optreden, en ook door het wegvallen van anderen, zag completeren op plaats drie.