Sunthorn Phu: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Het oorspronkelijk blad gaf incorrecte informatie. De huidige tekst komt voornamelijk van het Thaise blad.
Label: Ongedaan gemaakt
Regel 1:
Sunthorn Phu (สุนทรภู่) (Bangkok 26 juni 1786 - aldaar 1855) wiens oorspronkelijke naam Phu (ภู่) was en die later de hoftitel Phra Sunthorn Voharn (พระสุนทรโวหาร) kreeg is waarschijnlijk de meest bekende en geachte schrijver van Thailand.
'''Sunthorn Phu''' ([[Bangkok]] [[26 juni]] [[1786]] - aldaar [[1855]]) was de [[Thailand|Thaise]] koninklijke [[dichter]] tijdens de heerschappij van de koningen [[Rama II]] en [[Rama III]], en schrijver van meerdere [[Epos|epische]] gedichten. Hij is het meest bekend door zijn gedicht ''Phra Aphai Mani'', bestaande uit 48.686 [[couplet]]ten, over de liefde tussen een prinselijke [[Meerman (waterwezen)|meerman]] en een [[Yaksha (god)|yaksha]]. Dit gedicht is meerdere malen verfilmd.
{{Bibliografische informatie}}
Kort na zijn geboorte scheidden zijn ouders. Zijn vader werd monnik en zijn moeder ging in dienst aan het hof waar Phu opgroeide. Voor hij twintig was werd hij klerk bij de koninklijke schatkist maar hield zich vooral bezig met het componeren van poëzie dat in het Thais meerdere gecompliceerde rijmregels kent.
{{Beginnetje|literatuur|2022|07|01}}
 
Het acht-vers Klon Paed (กลอนแปด) bijvoorbeeld heeft twee gekoppelde vierregelige stanzas waarvan elke regel acht lettergrepen telt. De laatste lettergreep van de eerste regel rijmt met de derde lettergreep van de tweede regel en de laatste lettergreep van deze regel met de laatste van de derde regel en de derde van de vierde regel; de laatste lettergreep van de eerste stanza moet ook rijmen met de laatste lettergreep van de tweede regel van de tweede stanza .
[[Categorie:Thais dichter]]
 
Omwille van een verhouding met een vrouw verbonden aan het hof, Chan, belandde hij in de gevangenis maar genoot van een gezamenlijke koninklijke gratie. Na zijn vrijlating reisde hij naar de stad Klaeng in de provincie Rayong waar zijn vader monnik was en schreef daarover in 1806 zijn eerste Nirat (poetische beschouwingen bij een reis) Nirat Mueang Klaeng (นิราศเมืองแกลง).
Bij zijn terugkeer huwde hij Chan en moest kort daarop in 1807 Prins Pathomwong vergezellen bij een reis, om naar boedhistisch gebruik verdienste te verwerven, naar een beroemde voetafdruk van de Boeddha (Phra Bat ) in de provincie Saraburi. Ook over deze reis schreef hij een Nirat: Nirat Phra Bat (นิราศพระบาท). Met Chan kreeg hij een kind maar het koppel ruziede voortdurend en ze scheidden.
 
Hierna verschenen geen andere werken meer van Sunthorn Phu tot hij in 1816 als hofschrijver in dienst van koning Rama II trad. Toen de koning vast kwam te zitten in zijn bewerking van de Ramayana zou Sunthorn Phu de enige zijn geweest die hem kon helpen. Hij werd gepromoveerd tot Luang Sunthorn Wohan en kreeg een residentie bij de Ta Chang pier dichtbij het Tha Phra paleis.
 
Omwille van een dronken gevecht kwam hij weer in de gevangenis maar kreeg al snel pardon omdat de koning weer zou vast gezeten hebben bij zijn bewerking van Sangthong (gouden schelp). Tijdens zijn gevangenschap zou hij in 1822 begonnen zijn aan zijn populaire meesterwerk Phra Aphai Mani (พระอภัยมณี) waarvan hij over 22 jaar afleveringen bleef schrijven en dat hij pas in 1844 zou voltooien.
 
 
Aphai Mani is een van twee verbannen prinsen in bezit van een bedwelmende toverfluit. Tijdens zijn slaap wordt hij ontvoerd door een yaksha Phisue Samut (ผีเสื้อสมุทร Oceaanvlinder) (denk aan de deurwachterbeelden bij sommige tempels) die zich omtovert in een beeldschone vrouw en hem acht jaar gevangen houdt in een grot. Hij ontsnapt dank zij zijn zoontje Sinsamut (สินสมุทร) dat hij met Oceaanvlinder heeft en die deels de kracht van zijn moeder erft, en de hulp van een gezin meermannen. Als Phisue Samut hen achtervolgt doodt hij haar met zijn toverfluit. Met de dochter meermin heeft hij een tweede zoontje, Sudhsakhon (สุดสาคร). Deze drie, later vervoegd door de tweede prins Sri Suwan (ศรีสุวรรณ) en hun vrouwen, beleven afzonderlijk en gezamenlijk ettelijke wonderlijke avonturen die Sunthorn in episodes over 22 jaar afleverde en waarin hij vreemde wezens, andere culturen en actualiteit vermengde.
 
Op 26 juni, de verjaardag van de geboorte van Sunthorn Phu, komen kinderen naar school verkleed als personages uit zijn werken, vooral Phra Aphai Mani.
 
 
Hij huwde opnieuw met Nim waarmee hij nog een kind kreeg. Bij verscheidene vrouwen had Sunthorn Phu in de loop der jaren drie kinderen en hij adopteerde er ook twee.
Sunthorn Phu was 8 jaar in dienst van koning Rama II tot diens dood in 1824. Daarna werd hij monnik maar bleef patronage genieten van verscheidene leden van de koninklijke familie. In het jaar 1829 werd hij bijvoorbeeld de leraar van Chao Fa Klang en Chao Fa Piu.
Hij bleef monnik gedurende 18 jaren en verhuisde tijdens deze periode naar verschillende tempels en deed naar gebruik ook pelgrimstochten tijdens de boeddhistische vastentijd waarover Nirat-gedichten verschenen. Er wordt aangenomen dat er waarschijnlijk veel Nirats zijn die nog niet zijn ontdekt.
Zijn laatste werk als monnik was Rampanpilap, geschreven tijdens zijn verblijf in Wat Thepthidaram in 1842.
Hij trad weer in overheidsdienst en onder koning Rama IV werd hij gepromoveerd tot Phra Sunthorn Wohan, hoofdschrijver van het Bowon Paleis, wat zijn laatste officiële functie was tot zijn dood in 1855.
 
 
Sunthorn Phu werd door de UNESCO geëerd als een belangrijke figuur in de wereldliteratuur.
Zijn werken worden bestudeerd op school en blijven populair in de Thaise samenleving in verschillende media, zoals films, TV-series, liedjes, boeken en strips.
Zeer gekend zijn de liedjes op tekst van de les van de Yogi aan Sudsakhon: Vertrouw geen mensen … (แล้วสอนว่าอย่าไว้ใจมนุษย์ ..) reken op jezelf, Beloften (คำมั่น สัญญา) ..van liefde tot in volgende levens door Aphai Mani aan Laveng en Liefde die mijn hart breekt (รักเกินจะหักใจ) de klacht van Phisue Samut als Aphai Mani haar doodt met zijn toverfluit.